Laat scholieren grootouders digitaal opleiden
Wanneer kleinkinderen hun grootouders digitaal opleiden, wordt de bestaande digitale kloof tussen generaties gedicht en neemt de saamhorigheid toe, betoogt Michiel Dijkman.
Iedereen heeft behoefte aan aandacht, dat is leeftijdsonafhankelijk. Volgens TNS NIPO voelen meer dan 1 miljoen senioren zich weleens alleen, zeker in dit donkere jaargetijde. Waarschijnlijk herkent u zich erin als ik zeg dat ik mijn oma in Limburg vaker zou willen opzoeken dan in realiteit door drukte en afstand gebeurt. Jammer genoeg is mijn, op zichzelf wonende, oma van 77 jaar, net als 70 procent van haar leeftijdsgenoten, niet online. Anders kon ik haar net als mijn ouders dagelijks een appje of foto sturen of kon ze meegenieten van de verre reizen van mijn zus in de familie-app.
Vanuit dit perspectief, en vanwege het feit dat de overheid stimuleert dat ouderen langer thuis wonen en werken met leefstijlapplicaties, trainen mijn Samsungcollega’s en ik vrijwillig al een paar jaar senioren in digitale vaardigheden. Dit is een mooi begin, maar de schaal is veel te klein om een grote groep senioren te bereiken. Daarom pleit ik voor veel meer initiatieven vanuit het bedrijfsleven en het onderwijs. De nationale vrijwilligersdag op 7 december is hiervoor een natuurlijk startmoment.
Tijdens een bijeenkomst met studenten van de Erasmus Universiteit ontstond het idee om kleinkinderen als maatschappelijke stage hun grootouders of senioren in de buurt te onderwijzen in digitale vaardigheden. Scholieren zijn digitaal vaak al enorm handig. Door scholieren aan grootouders te koppelen, met begeleiding van hun leraren, kunnen we snel veel senioren bereiken. Er zijn jaarlijks namelijk 160.000 brugklassers. Ook gaat het kleinkind wellicht net iets vaker langs bij opa of oma. Uiteindelijk leidt digitale aandacht tot beter contact. Je weet wat de ander bezighoudt.
De maatschappelijke stage is niet meer verplicht, maar gelukkig hebben veel scholen in Nederland di vrijwillig voortgezet. Daarom de oproep aan de ministers van Onderwijs en Volksgezondheid om de maatschappelijke stage met specifiek dit doel opnieuw in te voeren. Dit is namelijk ook in hun voordeel. Natuurlijk kunnen scholen ondertussen al beginnen.
Het mes snijdt hierbij overigens aan twee kanten. Senioren stellen namelijk, zo merken wij bij trainingen, meer vragen over de veiligheid, privacy op internet en sociale media dan jongeren. Juist omdat het zo onbekend voor hen is. Recent pleitte de Cyber Security Raad bij het kabinet voor geïntegreerd digitaal onderwijs om te zorgen voor een veilige digitale toekomst. Hierbij is mediawijsheid van kinderen essentieel. Dus vragen als: „Moet ik deze foto wel online zetten?”, „Is het wel verstandig om op deze link te klikken?” of „Wie kan mijn filmpje allemaal zien?” zullen door de senioren aan de scholieren gesteld worden. Dat zet hen onbewust aan het denken. Daarnaast hebben senioren veel levenservaring, die in ieder geval van pas kan komen bij jongeren. Een win-winsituatie dus.
Wat zou het mooi zijn als jongeren en ouderen elkaar opzoeken om de digitale kloof te dichten. Doordat jongeren en ouderen samenwerken, kunnen we de digitale kloof sneller aanpakken. Daarmee wapenen we ons niet alleen voor de 21e eeuw. We versterken ook de onderlinge saamhorigheid. Dat kunnen we in deze tijden goed gebruiken.
De auteur is manager van de afdeling maatschappelijk verantwoord ondernemen bij Samsung.