Vragen naar het waarom

Willemine Bunk-van der Zwaag (26), lid van de hersteld hervormde gemeente in Barneveld, moeder en parttime docent aan de Rehobothschool in Ede:

„Ja, ik uit dit wel. Het gaat om de gemeente van Christus. Als er dingen spelen in de gemeente die niet tot opbouw van de gemeente en tot eer van God zijn, vind ik het belangrijk om die aan te geven. Op welke manier? Ik denk door vragen te stellen naar het waarom van bepaalde keuzes van de kerkenraad.

Als gemeenteleden mag je verschillend zijn en dus ook over bijzaken verschillend denken, zolang er maar respect is voor elkaar en je elkaar vindt in Christus. Anders dreigt het gevaar dat het in de kerk alleen nog om regels over uiterlijkheden gaat.”

Ambt aller gelovigen

Erik Jansen (46), lid van de hervormde gemeente in Elburg, vader en teamleider aan het Nuborgh College in Elburg:

„De bedoeling van een huisbezoek is met elkaar over de wezenlijke zaken van ons geloof te spreken. Een ouderling heeft niet meer gezag dan zijn gesprekspartner zonder ambt. Hij moet niet met een houding komen van: Ik zal het wel even vertellen. We dragen allen het ambt aller gelovigen en horen van daaruit elkaar met respect te benaderen. Vanuit dat vertrekpunt kunnen we met elkaar zoeken naar wat God van ons vraagt. Een ouderling moet een open houding hebben richting gemeenteleden die aan zijn zorg zijn toevertrouwd. En laten we ons verre houden van menselijke inlegkunde, interpretatie en van wetticisme.”

Ambten hooghouden

J. Janse (73), lid van de gereformeerde gemeente in Amersfoort en voorheen juf in het basisonderwijs:

„Het antwoord op deze vraag is niet zo eenvoudig. Het aantal personen dat deelneemt aan het huisbezoek speelt een rol in het uiten van persoonlijke gevoelens. Wanneer er bij het huisbezoek kinderen aanwezig zijn, zou ik sowieso geen weerwoord geven.

We moeten de ambten in Gods kerk hooghouden omdat het de Heere belieft ons door hen te laten regeren. Wij hebben in dezen ook een voorbeeldfunctie ten opzichte van onze kinderen. Een mogelijkheid is ook om later, na de verwerking van het gehoorde, contact op te nemen met de desbetreffende ouderling en een vervolggesprek aan te vragen over de gerezen problemen.”