Troost
Wanneer God u de verzekering van Zijn Liefde zal schenken, zal dat u tot op uw sterfdag nooit berouwen, wanneer al uw tranen vergoed zullen worden met een overvloed van vreugde en troost. Wees daarom hierin getroost, want zij die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Evenals u uzelf moet vertroosten ten aanzien van een zware last waaronder u gebukt gaat, zo moet u uzelf ook vertroosten ten aanzien van de schande en verwijten die de mensen u voor de voeten werpen. Laat dan dit uw vertroosting zijn, dat God nabij de verbrokenen van hart is. Mogelijk is uw man of vrouw weggegaan, vermoeid van uw gezelschap. Laat dit dan uw troost zijn, dat God uw gezelschap nooit moe zal worden. Als kwaadwilligheid nabij u is om te vervolgen, nochtans is barmhartigheid nabij u om u te vertroosten. God zal in u wonen, al kan het zijn dat uw buren niet bij u willen wonen.„De offeranden Gods zijn een verbroken geest en een verslagen hart zal God niet verachten.” David zegt in deze psalm dat de Heere deze offerande boven andere verkiest. Wat betekent het dat mensen een afkeer van u hebben, als God u aanneemt? Daarom, o zondaren die een verbroken hart hebt, neem dit woord van vertroosting aan. Ga voort en de God des hemels zal met u zijn en uw hart weer doen opleven.
Thomas Hooker, predikant te Chelmfort (De ware zielsvernedering, 1678)