„Gemeenteadviseur in PKN moet het veld ruimen”
ASCH. Het hart van de kerk klopt in de plaatselijke gemeente, aldus het rapport ”Kerk 2025: Waar een Woord is, is een weg”. Maar juist die gemeente zit in de hoek waar de klappen vallen als de voorgestelde plannen worden doorgevoerd.
Dat vindt Roelof van den Broek, voorzitter van het Regionaal College voor de Behandeling van Beheerszaken (RCBB) in Gelderland in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). In zijn functie heeft Van den Broek veel contact met gemeenteadviseurs die gemeenten in de Protestantse Kerk ondersteunen bij beheerszaken, maar ook bij diaconale, missionaire of andersoortige projecten.
Kort samengevat komt het erop neer dat de zeventig gemeenteadviseurs die de PKN rijk is het veld moeten ruimen. „Hoewel deze dienstverlening behoorlijk succesvol is, zal zij binnen een aantal jaren niet langer op een betaalbare en vruchtbare schaalgrootte in stand gehouden kunnen worden”, is te lezen in een bijlage bij het rapport ”Kerk 2025”, dat morgen besproken wordt op de synodevergadering in Lunteren.
Een grote klap voor gemeenteadviseurs?
„Zeker. Niemand heeft dit zien aankomen. Ik zat meer te denken aan een halvering van het aantal gemeenteadviseurs en het afstoten van enkele taken. De kerk kiest voor radicale maatregelen, misschien in de hoop ergens in het midden uit te komen.”
Wat heeft dit voor gevolgen?
„De adviseurs raken hun baan kwijt en moeten zelfstandig verder. Zij kunnen zich door een gemeente laten inhuren voor advies. De gemeenten op hun beurt moeten hiervoor meer geld neertellen. Heel wat meer. Tot nu toe was er veel gratis, maar dat gaat veranderen.
Hier zit wat mij betreft meteen het pijnpunt. De plannen van Kerk 2025 zouden ten dienste moeten staan van de gemeenten. De gemeenten zijn er echter eerder de dupe van. Het quotum dat zij moeten afdragen aan de landelijke kerk verandert niet, maar ze krijgen er wel minder dienstverlening voor. Ik vind dat de dienstenorganisatie in Utrecht naar zichzelf toerekent. Ze zegt dat ze ook in haar eigen vlees gaat snijden, maar als je goed kijkt, zie je dat de gemeenteadviseurs –officieel in dienst bij het Landelijk Dienstencentrum– de grootste klappen krijgen.
Dus wat gaat er gebeuren? Utrecht komt nog verder bij de gemeenten vandaan te staan, terwijl zij nu al niet weten wat ze daar doen.”
De aangekondigde maatregelen die morgen besproken moeten worden leggen veel druk op de synodevergadering, vindt Van den Broek. „Wat ik niet chic vind, is dat het plan over de gemeenteadviseurs in een vrij laat stadium in een bijlage aan het rapport is toegevoegd. Veel synodeleden zijn hier niet goed van op de hoogte, terwijl de gemeenteadviseur een belangrijke schakel is tussen gemeenten en de landelijke kerk. Denk ook aan de ANBI-status die bij veel gemeenten onder druk staat. Gemeenten hebben hier totaal geen weet van. De adviseurs kunnen hen ervoor behoeden dat giften niet langer aftrekbaar zijn en erfenissen worden gehalveerd omdat een gemeente haar zaakjes niet op orde heeft.”
De synode maakt zich vooral druk over het terugbrengen van 74 classes naar 8 en over de mogelijke aanstelling van een pastor pastorum aan het hoofd van een classis, die verantwoordelijk is voor het welzijn van gemeenten en ambtsdragers.
„Als je het aantal regionale kerkvergaderingen terugbrengt naar acht, verlies je weer op een andere manier het contact met het grondvlak. Ik merk dat de contacten in goed functionerende classes heel hartelijk zijn. Mensen vinden elkaar in hun eigen regio. Stel dat Gelderland één classis wordt. Wat heeft een ouderling uit Buren met een kerkrentmeester in Doetinchem?
Wat mij betreft maakt de synode van de classis een plaats van geloofsontmoeting en hevelt ze de ambtelijke taken over naar het Classicaal-Regionaal Overlegorgaan (CRO). Zet aan het hoofd daarvan een pastor pastorum, bijvoorbeeld de huidige regionale adviseurs voor de classicale vergaderingen. Daar zitten heel geschikte mensen tussen. Schapen met vijf poten, zogezegd.”