Mike Leeflang: Ik herken iets van ellende van David in Psalm 42
In Gouda is zaterdag, Hervormingsdag, de opening van het Bijbeljaar 2016. Aanleiding is de 500e verjaardag van de Griekse uitgave van het Nieuwe Testament van Erasmus. Anno nu kunnen miljoenen de Heilige Schrift in hun eigen taal lezen. Voor de onkerkelijk opgegroeide Mike Leeflang (25) uit Woudenberg ging zes jaar geleden het Woord open.
TOEN
Ik ben opgegroeid in Eerbeek, tussen Apeldoorn en Arnhem. Met mijn vader, moeder en zusje woonde ik daar. Ik kreeg geen christelijke opvoeding. Naar de kerk ging ik nooit. Wel zat ik op christelijke basisschool De Enk in Eerbeek. We zongen christelijke liedjes, maar ik kan me van toen geen versjes herinneren. De Bijbel kende ik niet. Daarom had ik er ook geen mening over. Ik kwam een keer in een kerk, omdat een lerares van de basisschool werd begraven. Van de dienst kan ik me niets herinneren. Later kreeg ik op Sprengeloo, een christelijke vmbo-school in Apeldoorn, les over verschillende religies.
In 2008 is mijn moeder na een ziekte overleden. Daar had ik het erg moeilijk mee. Ik had een goede band met haar. Als we uit school kwamen, stond ze altijd voor ons klaar.
Mijn vader, die logistiek medewerker is, trouwde in 2009 opnieuw. Met een vrouw uit Aalst; dat ligt bij Zaltbommel. Mijn stiefmoeder bleek kerkelijk te zijn, hervormd in Aalst. Vanuit Eerbeek zijn we naar Aalst verhuisd. We trokken in bij mijn stiefmoeder, die twee dochters heeft. Dat mijn vader opnieuw in het huwelijk trad, met een kerkelijke vrouw, heeft de Heere gebruikt om mij tot Hem en Zijn Woord te trekken.
Bij mijn stiefmoeder wordt na de maaltijd uit de Bijbel gelezen. Er werd uitleg bij gegeven. Mijn vader, mijn zusje en ik voelden ons in het begin onwennig, maar accepteerden de gang van zaken.
Toen we in Aalst gingen wonen, maakte het christelijk geloof me eerst niet zo veel uit. Ik dacht: Ik vind het allemaal wel goed. Na een aantal jaren ging ik me pas echt verdiepen in het geloof. Ik volgde bijvoorbeeld doordeweekse Bijbelstudie bij vrienden in Wijk en Aalburg.
Een van de eerste Bijbelgedeelten waar ik in Aalst mee te maken kreeg, was Psalm 139. De kern: Bij alles wat je doet, is de Heere erbij. Je hoeft maar iets te denken, en de Heere weet het al. Dat gedeelte vond ik heel ingrijpend, en tegelijk heel mooi. God wil je altijd bijstaan.
Tijdens een conferentie van de Hersteld Hervormde Jongerenorganisatie leerde ik Gerdien de Haan kennen. We zijn in april getrouwd en wonen in Woudenberg, waar we zijn aangesloten bij de hersteld hervormde kerk. Ik werk bij een supermarkt in Brakel. Daar ben ik verantwoordelijk voor de versafdeling en zit ik achter de kassa. Binnenkort verhuizen we naar IJsselmuiden. Daar hoop ik in een groothandel aan de slag te gaan.
In 2011 ben ik gedoopt en deed ik belijdenis. Psalm 119:73 was de belijdenistekst: „Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere.” Een bijzondere tekst. Ik mag onderwijs van God ontvangen.
NU
Thuis lezen we in de Statenvertaling. Die staat het dichtst bij de grondtekst. Sommige woorden vind ik best lastig. ”Kindskinderen” bijvoorbeeld. Dan zoek ik op internet de betekenis op. Kindskinderen betekent kleinkinderen. Ook een woord als ”nooddruftig” is moeilijk. We hebben de onlangs verschenen Bijbel met uitleg besteld, maar die moeten we nog binnenkrijgen.
Als ik de Bijbel lees, merk ik telkens weer dat er wordt gewezen op Christus. Duidelijk blijkt hoe groot God is, en hoe klein wij zijn. Bijzonder vind ik de Psalmen. Daarin gaat het over de vergevende God. Hoe groot je zonden zijn, hoe erg je schuld is, als je gelooft in Christus, worden je zonden vergeven.
Indrukwekkend vind ik Handelingen 8:26-40, over Filippus en de kamerling die gedoopt wordt. In dat gedeelte staat de kern van het geloof. Je leest erin dat Christus heel zwaar heeft geleden om velen van schuld en zonde te verlossen.
Ook Psalm 42 spreekt me aan. David zit in de ellende, maar de Heere geeft uitkomst. Ik herken daar iets van. Ik heb psychische problemen gekend, dat had te maken met het overlijden van mijn moeder. Ik wilde de zorg in, maar moest mijn opleiding helaas afbreken. Ik werd snel emotioneel en kon mijn grenzen niet aangeven. Als ik op stage in mijn eentje een lichamelijk beperkte man moest wassen, durfde ik niet te zeggen: „Sorry, dat doe ik niet.” Doordeweeks lees ik nu het boek ”Het kromme in het levenslot” van Thomas Boston. Centraal staat dat ook bij tegenslag God alles regeert en bestuurt.
STRAKS
„Ik verbaas me soms over dingen die in reformatorische kring gebeuren. Mensen zijn uiterlijk netjes, maar hun gedrag valt me soms erg tegen. Ik kan bijvoorbeeld niet begrijpen dat christenen zo kunnen roddelen over andere kerkmensen.
In de kerk vertellen dominees duidelijk wat goed en fout is. Maar toch zie ik dat er in de gereformeerde gezindte heel veel dingen gebeuren die in de wereld ook gebeuren. Denk aan cafébezoek of het luisteren naar wereldse muziek. Als ik jongeren soms hoor praten, betwijfel ik of ze belangstelling hebben voor de Bijbel.
Van de Bijbel valt altijd te leren. Je hele leven kun je er schatten uithalen. Zondag hoorden we een preek over de visioenen van de oude Johannes op Patmos. Heel bijzonder. Zegels van boekrollen worden geopend. Het ging in de preek onder meer over het witte paard dat nog uitgaat. Die passage verwijst naar het feit dat de Heere nog steeds bezig is mensen zalig te maken. We leven in een onrustige en beangstigende tijd. Denk aan al die vluchtelingen. Dan is het bemoedigend om te horen dat er nog zondaren zalig worden.