„Ik heb begrip voor Turkse Nederlanders die deze actie veroordelen. De zorgen over hoe de AKP toegang heeft gekregen tot de adressen van vele Turkse Nederlanders vind ik zeer legitiem”, schrijft de bewindsman. Hij gaat ook over de kwestie navraag doen bij zijn Belgische en Duitse collega. Turken in die landen hebben eenzelfde brief gekregen.

Op het moment dat de brief van Koenders bij de Tweede Kamer binnenkwam, uitte vicepremier Lodewijk Asscher (verantwoordelijk voor integratie) zich in een Kamerdebat in vergelijkbare bewoordingen. Hij noemde de brief volstrekt ongepast.

Op aandringen van de Kamer zei Asscher dat hij met Koenders gaat bespreken of het verstandig is dat het kabinet nog voor de Turkse verkiezingen zondag op hoog niveau zijn onvrede over de brief laat blijken. De Nederlandse ambassade in Ankara heeft al wel opheldering gevraagd, maar kreeg van de Turken het antwoord dat de AK-partij de Turkse wet niet heeft overtreden met het versturen van de brief.

„Maar daar is het laatste woord nog niet over gezegd”, zei Asscher. Het is daarom belangrijk dat duidelijk wordt of de Nederlandse wet is overtreden. Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) is al begonnen dat te onderzoeken.