Samen op Weg-trein nadert Centraal Station
Het Samen op Weg-proces bevindt zich momenteel op het rangeerterrein voor het eindstation. Het Centraal Station van de Verenigde Kerk is in zicht. Met dat beeld maakte dr. B. Plaisier zaterdag duidelijk dat de reis van de SoW-trein voorbij is. „Er is geen ander spoor meer. Het wemelt inderdaad van de wissels, maar die zijn alleen nog bruikbaar voor treinen die de tegenovergestelde richting opgaan.”
Na bijna dertig jaar werd zaterdag in Houten de Raad van Deputaten SoW opgeheven. Sinds de eerste gecombineerde vergadering van de hervormde en gereformeerde synode in 1973 heeft de raad het fusieproces gestimuleerd.
Dr. Plaisier, die namens het triomoderamen een afscheidswoord sprak, vertelde hoe tot een paar jaar terug de voorzitter en de secretaris van de Raad van Deputaten onmisbaar waren om de drie kerkbesturen bij elkaar te houden en de koers duidelijk uit te zetten. „Er zijn momenten geweest dat de voorzitter van de raad het stuur in het triomoderamen in handen moest nemen om ongelukken te voorkomen.”
Nu is dat volgens hem totaal anders. „Het triomoderamen is een groep geworden waarin het beleid gemaakt wordt, waarin alle -ook kerkeigen- problemen besproken worden.”
Omdat het SoW-proces nu een „vitaal aspect” van het synodebeleid is geworden, neemt het triomoderamen de taak van de raad, die overigens twee jaar geleden al was omgevormd tot een adviesraad, over.
De SoW-scriba bracht naar voren dat de raad veel te maken heeft gehad met „vergeten.” „Na vijf jaar lijkt iedereen weer vergeten wat daarvóór het probleem was en begint een nieuwe generatie ambtsdragers de discussie opnieuw. Tot de dag van vandaag duiken elke keer weer oude vragen, ideeën en bezwaren en zogenaamde onoverkomelijke hobbels op, alsof het proces vandaag pas begonnen is.”
De Raad van Deputaten heeft, aldus dr. Plaisier, de kerk ervoor behoed dat die bleef hangen in de problematiek van de „oude ideeën in een nieuw jasje.” Hij gaf aan dat het triomoderamen voornemens is om aan het laatste traject „met elan en energie” leiding te geven. „De kerken hebben duidelijk gesproken, de synodes hebben de koers ondubbelzinnig vastgelegd. Wij zijn het verplicht aan het ideaal, aan het geloof en de hoop van honderdduizenden in onze kerken om zo spoedig mogelijk deze vereniging te realiseren. Voor mij als eerste scriba van de SoW-kerken behoort het bereiken van de eenheid van onze kerken en dus de vereniging tot het belangrijkste aspect van mijn werk”, aldus dr. Plaisier.
In de meditatieve opening van de dag zei ds. A. Romein, voorzitter van de raad, dat bijbelse eenheid een gegrond verlangen is. Hij stond stil bij de partijvorming in de gemeente van Korinthe. De vraag uit 1(Korinthe 1:13 „Is Christus gedeeld?” noemde hij trefzeker. „Wie eenzijdig Christus claimt, verdeelt Christus.”
De apostolische vraag alleen al biedt volgens de predikant de schriftuurlijke grond voor Samen op Weg als beweging van saamhorigheid en vereniging. De praktijk blijkt echter weerbarstiger. „SoW lijkt meer een strompelen dan een wandelen.”
De emeritus predikant uit Ede proeft in de behandeling van de kwestie in Korinthe een ingehouden verontwaardiging en ook verontrusting. „Paulus is een bezwaarde. Maar wel bezwaard over heel iets ander dan zij die in onze kring ”bezwaarden” worden genoemd.”
Ds. Romein beklemtoonde dat eenheid deel van de waarheid is. „Men zegt onder ons: „Geen eenheid ten koste van de waarheid.” Dat valt niet te ontkennen, maar niet zo dat waarheid zou kunnen bestaan zonder te verenigen.” Als eenheid deel van de waarheid is, mag het ons wel verontrusten, aldus de scheidende voorzitter, „wanneer we menen dicht bij de waarheid te zijn maar ons in feite niet bekommeren om eenheid, vereniging, oecumene en Samen op Weg.” Eenheid in de onzichtbare kerk noemde ds. Romein een vluchtweg. En de oecumene van het hart, waar men in de „zeer versplinterde” evangelische beweging van spreekt, is het volgens hem ook niet. „Dat is op zijn best midden in de week, maar ’s zondags niet. Het echte, volle oecumenische is: maar één kerk willen zijn”, zei ds. Romein A. A. van Ruler na.
Ook het hervormde synodelid ds. R. de Reuver beklemtoonde in zijn causerie ”SoW is belijden” dat de roep en het streven naar concrete kerkelijke eenheid hoort tot het wezen van het kerk-zijn. „De kerk is één, of zij is geen kerk. Deze grondnotie van de kerk behoort tot de waarheid, het belijden over de kerk. Dit vraagt wel, zo heb ik zelf moeten leren, om een omdenken: vanuit de veiligheid van het eigen instituut, naar de ruimte van de eenheid in Christus.”
Steun voor zijn visie vindt hij onder anderen bij Paulus, die over één lichaam spreekt. „Hij bindt verschillende volgelingen van Christus samen en maakt hen één, niet, om het in kerkpolitieke termen van vandaag te zeggen, in een unie van partijen die zelfstandig en autonoom naast elkaar staan, maar in één lichaam, één concrete kerk.”
Ook voerde hij Calvijn aan, die heeft gesteld: „Want indien wij niet onder Christus ons Hoofd verenigd zijn met alle overige ledematen, wacht ons geen hoop op het toekomstige erfdeel. Daarom wordt de kerk genoemd katholiek of algemeen, omdat men geen twee of drie kerken kan vinden, zonder dat Christus verscheurd wordt: wat onmogelijk is.”
Wat de reformator hier zegt, reikt, aldus ds. De Reuver, verder dan de oecumene van het hart. „Calvijn heeft het zelfs niet over een unie van kerken, maar over een noodzakelijke concrete eenheid van kerken.”
Dr. Sake Stoffels, docent praktische theologie aan de VU, verdedigde onder andere de stelling dat de nieuwe naam van de SoW-kerken niet antithetisch geformuleerd zal moeten worden. „De naam zal vooral verstaanbaar moeten zijn en werfkracht moeten hebben.” De naam mag, aldus Stoffels, niet gekenmerkt worden door een afkeurende of corrigerende reactie op een andere traditie. „Met name het woord protestants is -van origine- bij uitstek antithetisch van karakter. Mijn vraag is of er een naam te vinden is die niet zozeer een vroegere strijd tot uitdrukking brengt, maar veeleer het gewenste toekomstige profiel van de kerk laat doorklinken.”