Verkiezingscampagne wordt hard en smerig
De verwildering in de politieke omgangsvormen slaat dezer dagen toe. Ook dat is een effect van de onstuimige opkomst van Pim Fortuyn en zijn Leefbaar Nederland. Codes worden doorbroken, taboes opgeruimd.
Een van de eerste tekenen van de ingetreden verruwing betreft een facet van de relatie tussen de media en de politiek. Niemand heeft na enig nadenken ooit ontkend dat ook journalisten mensen zijn en hun (partij)politieke voorkeuren kunnen hebben. Maar die waren nooit onderwerp van gesprek. Journalisten zijn immers onafhankelijke en onpartijdige waarnemers, die de politiek met kritische distantie volgen en beschrijven. Hun persoonlijke voorkeuren mogen in hun artikelen nooit doorklinken. Dat is de theorie, waarmee de werkelijkheid vaker wel dan niet overeenstemt.
Pim Fortuyn is er inmiddels in geslaagd een bres in de façade van deze beroepsethiek te slaan. Ontevreden als hij is over de wijze waarop de media hem bejegenen, beschuldigde hij de (linkse) jongens en meisjes van krant, radio en tv van vooroordelen en partijpolitieke vooringenomenheid. Toen de NOS haar voetbal-commentator Hans Kraaij de laan uitstuurde omdat zijn functie onverenigbaar was met zijn plaats op de kandidatenlijst van Leefbaar Nederland, eiste Fortuyn direct dat de NPS dan ook een van haar programmamakers, oud-PvdA-voorzitter Felix Rottenberg, zou ontslaan. Rottenberg staat weliswaar niet op enige kandidatenlijst van de PvdA, maar zijn politieke voorkeur kleurt wel de programma’s die hij maakt.
Fortuyn aarzelde evenmin heel concreet te worden toen hij zei dat alleen PvdA-leden voor een functie bij de politieke redactie van NRC Handelsblad in aanmerking komen. Zoiets heeft geen politicus ooit durven zeggen. En de chef van die NRC-redactie kwam ook nog eens publiekelijk verklaren dat hij inderdaad lid van de PvdA is. Maar nieuwe collega’s hoeven die sympathie niet te delen, voegde hij daaraan toe.
Verder nog gaat de verruwing in de omgang tussen politici onderling. Het boulevardblad Weekend publiceerde vorige week een uitvoerig artikel over de seksuele escapades van PvdA-lijsttrekker Melkert. Naam en adres van het Haagse SM-bordeel werden daarbij gewoon genoemd. „Het zou toch vreemd zijn als het land bestuurd werd door iemand die er zulke hobby’s op nahoudt?” rechtvaardigde hoofdredacteur Matthieu Slee de publicatie van het „exclusieve” verhaal.
Ook zo’n soort verhaal is nieuw. In twee opzichten zelfs. Een tijdschrift als Weekend onthulde tot nog toe vooral het relationele reilen en zeilen van sterren uit de society-wereld, maar richt zich tegenwoordig ook op sporthelden en politici. Die verhalen blijken niet langer te negeren, al was het maar omdat de afdeling Documentatie van de Tweede Kamer deze verhalen opneemt in haar knipselmap ”Parlementaria”, die onder alle bewoners van het Binnenhof wordt verspreid.
Bovendien zweeg de pers voorheen over het liefdesleven van politici. In de wandelgangen heeft het altijd gekrioeld van de geruchten, die waarschijnlijk meer zijn dan alleen maar geruchten. Maar geen journalist die ze opschreef. Nu nog doet alleen Weekend dat. Maar kranten blijken in toenemende mate de trends in de boulevardpers op te pikken. Men denke aan de wijze waarop ook de dagbladen tegenwoordig aan royalty-verslaggeving doen. Misschien duurt het niet zo lang meer voordat we in de pers ’Engelse toestanden’ krijgen, met smeuïge verhalen over seksschandalen aan het Binnenhof.
Voorlopig bestaat alleen de vrees voor ’Amerikaanse toestanden’. VVD-voorzitter B. Eenhoorn sprak daar van de week in een interview met het dagblad Trouw zijn bezorgdheid over uit. Maar pas op als de politieke vos de passie preekt. Want ook Eenhoorn doorbrak een code.
Erkennend dat hij geen harde bewijzen had, beschuldigde Eenhoorn Leefbaar Nederland ronduit van de vorming van een onderzoeksteam dat belastende informatie over politieke tegenstanders opspoort en op deze manier „een harde, smerige en op de persoon gerichte verkiezingscampagne” wil gaan voeren. Dat team zou Weekend ook op de geruchten rond Melkert hebben geattendeerd. En passant trok Eenhoorn een vergelijking tussen Fortuyn en de Italiaanse fascist Mussolini. Om af te sluiten met de opmerking dat ook de VVD zich uiteindelijk niet aan deze nieuwe wijze van campagnevoeren zal kunnen onttrekken.
Ondertussen was Eenhoorn al volop bezig met zijn eigen smerige campagne. Want door in het interview met Trouw zo uitvoerig naar het artikel over Melkert in Weekend te verwijzen, bereikte hij immers dat de seksuele aberraties van de nummer één van de PvdA ook in de landelijke pers inmiddels breed zijn uitgemeten. Ook op die truc rustte tot nog toe een taboe.
Misschien is het wel eens goed dat de valse rust van de neoliberale politieke cultuur die het Binnenhof momenteel beheerst, een keertje grondig wordt verstoord. Misschien is het ook wel eens goed dat burgers hun naïviteit of onkunde omtrent de moraal aan het Binnenhof laten varen. Maar als deze trend doorzet, dreigt er een volstrekt zieke sfeer te ontstaan, die ons ver van het ideaal afvoert: het ideaal van karaktervolle volksvertegenwoordigers die vanuit hun levensbeschouwing een inhoudelijk debat met hun politieke tegenstanders aangaan.