Emmanuel Todd: Ik ben Charlie niet
Frankrijk beleefde na de aanslagen op Charlie Hebdo een aanval van hysterie, zegt de Franse historicus en antropoloog Emmanuel Todd. Die stellingname zorgde in Frankrijk voor een nieuwe aanval van hysterie.
Ik ben Charlie, twitterde iemand na de slachtpartij op de redactie van het satirische Franse tijdschrift in Parijs in januari. En het duurde niet lang of iedereen was Charlie. Niet alleen in Frankrijk, maar ook ver daarbuiten.
„De wereld staat schouder aan schouder met Frankrijk”, zei onze premier Rutte. „We wonen nu allemaal in Frankrijk.”
De Franse historicus en antropoloog Emmanuel Todd, bevriend met een van de omgekomen medewerkers van Charlie, bezag de almaar hoger wordende golf van solidariteit met gemengde gevoelens.
Toen miljoenen Franse burgers op zondag 11 januari de straat opgingen uit solidariteit met de redactie van Charlie Hebdo bleef hij thuis. Hij afficheerde zich niet met Charlie.
„Nu, met enige afstand, weten we dat Frankrijk in januari 2015 een aanval van hysterie heeft beleefd”, schrijft hij in zijn nieuwste boek, dat sinds deze week in de Nederlandse boekwinkels ligt.
Todd herinnert zich de druk om wél ”Charlie” te zijn. Hoe Franse journalisten van moslims niet alleen wilden horen dat ze tegen alle vormen van geweld waren, maar eisten dat ze zich vereenzelvigden met een blad dat cartoons van hun profeet plaatste. „Om volledig geïntegreerd te zijn in de nationale gemeenschap moesten ze verklaren dat heiligschennis door middel van karikaturen van Mohammed een essentieel bestanddeel was van de Franse identiteit. Blasfemie was een plicht”, noteert hij.
„Ik ben Charlie” werd een synoniem van: „Ik ben Frans.”
Toen Todd een overzichtskaart van Frankrijk bekeek met de aantallen betogers op 11 januari ontdekte hij echter dat veel Fransen helemaal geen Charlie waren. De betogende massa was zeker geen dwarsdoorsnede van de bevolking geweest: de arbeidsklasse ontbrak, evenals de multiculturele bevolking van de banlieue.
Wie er wel waren komen opdraven, waren wat Todd ”zombie-katholieken” noemt: van hun geloof gevallen rooms-katholieken uit de hogere middenklasse, afkomstig uit de periferie van Frankrijk. Todd bespeurt bij hen een katholiek geïnspireerde, onbewuste voorliefde voor hiërarchie en ongelijkheid, die zich zou uiten in een houding van xenofobie en islamofobie. Ze vullen het huidige Franse klimaat van „metafysische leegte” op met het schoppen tegen een zondebok: in dit geval de islam.
Niets betoging voor de vrijheid van meningsuiting dus. Charlie is ten diepste islamofoob, stelt Todd.
Toen hij dat in mei opschreef in zijn boek ”Qui est Charlie?”, nu vertaald als ”Wie is Charlie?”, buitelde heel Frankrijk over hem heen. Zelfs premier Manuel Valls bemoeide zich ermee en hekelde het diepgewortelde pessimisme onder de Franse intellectuelen. „Ik schreef over een hysterie, maar ontketende zelf een volgende”, lacht hij in een Amsterdams hotel. „Dat bewijst dat ik toch ergens een gevoelige snaar heb geraakt.”
Toen in 2012 in Toulouse een Joodse leerkracht en drie Joodse kinderen werden vermoord, zweeg ‘Charlie’. Had u toentertijd anders verwacht, of misschien gehoopt?
„Ik zal je iets over mijn achtergrond vertellen: ik ben half-Joods, via mijn moeders kant. Mijn familie heeft in Frankrijk altijd veel tolerantie ervaren. Ik was in 2012 nog altijd in een zekere optimistische gemoedstoestand over het geestelijke klimaat in Frankrijk. ‘Toulouse’ schokte me, maar ik wilde het zien als een tragisch incident. Terwijl de signalen voor dieper gaande veranderingen in het klimaat er al volop waren. Het is echter altijd moeilijk om afscheid te nemen van diepgewortelde overtuigingen. Pas na ‘Charlie’ gingen mijn ogen open.”
Het belangrijkste probleem is niet de aanslag op de vrijheid van karikatuur of meningsuiting, maar de verbreiding van het antisemitisme in de voorsteden, schrijft u nu.
„De gebeurtenissen van 7 januari hebben mijn ogen eindelijk geopend voor de ware aard van de Franse middenklasse. Die ging niet de straat op om zich te keren tegen het ernstige probleem van het antisemitisme, dat zich uitte door de aanslag op een Joodse supermarkt op 9 januari, maar om zich hard te maken voor het recht op ideologisch geweld tegen een andere minderheidsgodsdienst: de islam.
Ik betoog dat die twee dingen met elkaar samenhangen. Want de vijandigheid tegenover de Franse moslims heeft in de banlieue een toename van het antisemitisme tot gevolg. Het is als biljarten: het één leidt tot het ander. Een onderdrukte groep zoekt zelf ook weer een groep om te onderdrukken.”
U maakt in uw boek voldoende duidelijk dat u niet Charlie bent. Maar wie bent u wel?
„Wist je dat die vraag me nog nooit is gesteld?” zegt Todd verbaasd. „Daar moet ik even over nadenken.” Hij sluit zijn ogen. „Ik ben wetenschapper natuurlijk”, zegt hij dan. „Ik ben een professor die analyses maakte op grond van statistieken en dat dan opschrijft. Maar nu, dit keer, kreeg ik het sterke gevoel iets te moeten roepen, op te staan.” Hij knikt naar het boek op tafel.
Met een lach: „En ergens bevalt me dat wel. Want om eerlijk te zijn: ik voer in de regel een oersaai bestaan. De koffie in de ochtend, dat is eigenlijk het mooiste moment van de dag. En omdat het werk soms zo saai is, ga ik veel op mezelf zitten googelen. Niet eens zozeer uit narcisme, maar als afleiding van het werk. En wat ik dan soms lees aan beschuldigingen, nou nou… Het helpt echter ook wel om de waarheid over jezelf te leren.”
U beticht de huidige regering ervan de republikeinse waarden hebben verkwanseld. Bent u de hoeder van die waarden?
„Ik houd van Frankrijk. Juist ook om de diepgewortelde tolerantie die hier heerst. Er zijn bijvoorbeeld heel veel gemengde huwelijken tussen Fransen en mensen van een andere origine. Dat is hier geen enkel probleem.
Maar nu zie ik dingen gebeuren die me ernstig zorgen baren. Ik denk niet dat ik als hoeder van de Republiek ben opgestaan, maar als individu. En ja, ik ben me ervan bewust dat ik zelf ook helemaal bij de hogere middenklasse behoor die ik zo aanval. Ik wilde er echter even geen deel meer van zijn.”
U wekt de suggestie de eenzame hoeder van de republikeinse waarden te zijn. Dat maakte veel mensen wellicht zo boos.
„Ja, misschien. Maar als wetenschapper ontwaar ik patronen die niet zomaar aan de oppervlakte liggen. Ik bouw daarbij voort op eerder demografisch onderzoek in Frankrijk.”
In uw boek wijst u op diep gewortelde, onbewuste denkpatronen die het gedrag van bevolkingsgroepen sturen. Tegelijkertijd is de toon soms uitgesproken boos. U bent boos op de regering vol zombie-katholieken, en boos op de middenklasse. Maar valt er eigenlijk wel woest op iets of iemand te zijn als die denkpatronen zo onontkoombaar zijn?
„Ja, nee. Ach, ik ben ook helemaal niet per se boos. Ik schrijf gewoon op wat ik signaleer. Ik heb het boek in dertig dagen geschreven, heet van de naald. Dat moet je een beetje verdisconteren.”
U bent ook heel boos op het economisch beleid van de huidige regering. Door zich over te geven aan de vrije markt en de euro sluit die volgens u willens en wetens hele bevolkingsgroepen uit. Is uw oplossing een ander economisch systeem?
„Nou, nee. Ik snap ook wel dat je niet zomaar even uit de euro kunt stappen. Maar ik signaleer als wetenschapper simpelweg dat het huidige systeem funest uitpakt en dat we helemaal aan de leiband van Duitsland lopen. Ik geloof allang niet meer in utopieën, dus ik weet ook niet welke kant het wel op moet. Ik ben ooit marxist geweest, maar dat is het ook niet. Ik zit nog wel een beetje aan de linkerkant van het spectrum, ja.”
U noemt het neoliberale economische beleid de nieuwe religie.
„Ja, het is een substituut geworden voor God.”
Maar wat suggereert u zelf dan als opvulling voor de metafysische leegte die u signaleert?
„Religie is belangrijk, en dat zien we in Frankrijk totaal niet. Maar ik ben eerlijk: zelf ben ik niet gelovig. Ik ben wel jaloers op geloof, maar ik kan het gewoonweg niet opbrengen. Klaar. Maar wat ik vooral wil zeggen is dat de combinatie van een religieus vacuüm en hoge werkloosheidscijfers funest is.”
Is ongeloof in de huidige situatie een privilege voor de hoog opgeleide middenklasse?
„Ha ha. Kijk, ik vind het leven nog altijd mooi, ook zonder hogere zingeving. Dat zit in de aard van het diertje, denk ik dan: we willen leven. Want ondanks alles is het gewoon prachtig. Maar ik heb natuurlijk gewoon mijn werk.”
Als patronen zich moeilijk laten veranderen en religie niet valt te organiseren, wat hoopt u dan met uw boek te bereiken?
Hij lacht, haalt zijn schouders op. „Dit moest gewoon gezegd, en ik ben er trots op dat ik het heb gedaan.”
Wie is Charlie? Xenofobie en de nieuwe middenklasse, Emmanuel Todd; uitg. De Bezig Bij, Amsterdam/Antwerpen, 2015; ISBN 978 90 234 9655 7; 198 blz.; € 22,50.