Kerk & religie

Moslims helpen christenen bij aanklacht blasfemie

LAHORE. Een groep invloedrijke islamitische geestelijken in Pakistan heeft sinds 2013 bemiddeld in 23 incidenten waarbij christenen werden beschuldigd van godslastering. Hierdoor zijn grootschalige aanslagen op christenen voorkomen.

Redactie kerk
8 October 2015 20:21Gewijzigd op 15 November 2020 22:25
Asia Bibi. beeld RD
Asia Bibi. beeld RD

Dat vertelde Hafiz Tahir Mahmood Ashrafi, woordvoerder van de groep die zich de All Pakistan Ulema Council (APUC) noemt, onlangs tegenover de Amerikaanse nieuwsdienst World Watch Monitor.

Moslims beschuldigen christenen in Pakistan regelmatig van godslastering of aanverwante zaken. Daarop staat in het land de doodstraf. Beschuldigers misbruiken de aanklacht geregeld om persoonlijke vetes te beslechten. Het bekendste slachtoffer van de blasfemiewetten is de 48-jarige Asia Bibi, een dagloonster die in 2009 door islamitische collega’s werd beschuldigd van het lasteren van de profeet Mohammed. Sindsdien zit de moeder van vijf kinderen vast. Haar zaak ligt nog steeds bij het hooggerechtshof in Lahore.

Sinds 1987 zijn meer dan 
1400 mensen in Pakistan op basis van de omstreden blasfemie­wetten veroordeeld wegens gods­lastering. Uit de cijfers van de APUC blijkt dat veel aanklachten nooit worden geregistreerd of zelfs worden gemeld.

Workshops

De All Pakistan Ulema Council werd in 2013 opgericht, na een aanval op christenen in Joseph Colony, een christelijk gehucht bij Lahore. Een groep van 2000 moslims plunderde er 112 huizen en stak die in brand naar aanleiding van een vermeend geval van godslastering.

Dit incident leidde tot een bijeenkomst van een aantal christelijke en islamitische leiders. Zij verzekerden christenen dat het misbruik van blasfemiewetten zou stoppen en richtten daarvoor de APUC op. De APUC organiseerde workshops voor zo’n 7000 islamitische geestelijken. Aan hen werd uitgelegd hoe blasfemiewetten kunnen worden misbruikt.

De groep greep in toen een groep radicale moslims, kort na het oppakken en verbranden van een christelijk echtpaar in Kot Radha Kishan (provincie Punjab) in november 2014, opnieuw plannen had om christenen te beschuldigen van godslastering. De APUC gaf dit door aan de politie. Agenten legden een Koran met gescheurde pagina’s op de stoep van een lokale moskee. Toen de moslims daarop reageerden en opnieuw christenen wilden aanvallen, voorkwam de politie dit en arresteerde hen.

In een ander geval waarbij christenen vals werden beschuldigd van godslastering, verdedigde een geestelijke van de APUC hen, waardoor de aanklacht werd geseponeerd, zegt Ashrafi.

Recent werd een anonieme brief bij de politie bezorgd waarin stond dat een christen, Saleem Masih, was gesignaleerd terwijl hij pagina’s van de Bijbel en de Koran verbrandde. De schrijver van de brief beweerde dat het incident was gezien door Samina Barkat en eiste dat er werd opgetreden tegen de „godslasteraar.” Volgens de politie was er echter onvoldoende bewijs. Agenten slaagden erin de zaak op te lossen voordat die ontaardde in een gewelddadige aanval tegen christenen.

Pakistan staat dit jaar op 
plaats 8 van de ranglijst christenvervolging van Open Doors.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer