In het septembernummer van Psyche en Geloof wordt verslag gedaan van een onderzoek onder rooms-katholieke, protestantse en niet-gelovige jongeren. In totaal 6719 jongeren vulden een vragenlijst in. Jongeren die religieus zijn opgevoed blijken „iets minder kans” op gedragsproblemen en hyperactiviteit te hebben in vergelijking met jongeren die niet religieus zijn opgevoed, stellen de vier onderzoekers.

„De verbanden waren echter zwak en werden alleen gevonden voor rooms-katholieke jongeren. Het belang van religie leek eveneens nauwelijks een rol te spelen in de mate waarin jongeren emotionele en gedragsproblemen rapporteren.” De onderzoekers concluderen dan ook dat religie bij jongeren in Nederland „maar zeer beperkt is gerelateerd aan emotionele en gedragsproblemen.”

Opvallend is wel dat de verminderde kans op problemen wél bij rooms-katholieke jongeren wordt gevonden, en niet bij protestantse jongeren. „Mogelijk heeft dit verschil te maken met verschillen tussen rooms-katholieken en protestanten: schuldbelijdenis en vergeving zou mogelijk voor rooms-katholieken relatief gemakkelijker beschikbaar zijn dan voor protestanten.”

Het onderzoek werd uitgevoerd door Thomas van Ekeris, Gonneke Stevens, Saskia van Dorsselaer en Wilma Vollebergh. Zij hebben gebruikgemaakt van de Nederlandse cijfers uit het internationale vergelijkende onderzoek Health Behaviour School-Aged Children (HBSC).