Gelukkige tijden
Romeinen 11:25
„Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt bij uzelf), dat de verharding voor een deel over Israël gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. En alzo zal geheel Israël zalig worden.”
Wij verwachten die gelukkige tijden, dat het Evangelie der zaligheid zal verkondigd worden in heel de wereld. De tijd dat alle volken en landen op heel de aarde –waaruit een groter aantal mensen dan ooit tevoren– zullen worden opgewekt om zich te voegen bij de ware kerk. Dit vinden wij in Psalm 86: „Al de heidenen, Heere, die Gij gemaakt hebt, zullen komen.” Verder in Psalm 102: „Dat zal beschreven worden voor het navolgend geslacht en het volk, dat geschapen zal worden, zal de Heere loven: opdat men de Naam des Heeren vertelle te Sion en Zijn lof te Jeruzalem; wanneer de volken te samen zullen vergaderd worden….”
Jesaja 11 zegt: „Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar de wortel van Isaï, die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen en zijn rust zal heerlijk zijn.” En in Jesaja 24: „Die zullen hun stemmen opheffen, zij zullen vrolijk zingen, vanwege de heerlijkheid des Heeren zullen zij juichen van de zee af. Daarom eert de Heere in de valleien, in de eilanden der zee de Naam des Heeren des Gods van Israël…”
Hoe duidelijk wordt in Jesaja 60 tot de kerk gezegd: „De heidenen zullen tot uw licht gaan en koningen tot de glans, die u is opgegaan. Heft uw ogen op rondom en ziet, alle die zijn vergaderd, zij komen tot u.”
Petrus Curtenius, predikant te Amsterdam
(”De zwaarste plaatsen der brieven van Paulus”, 1766-1777)