Nog niet
Romeinen 11:25
„Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt bij uzelf), dat de verharding voor een deel over Israël gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. En alzo zal geheel Israël zalig worden.”
Dit wordt waar van de volheid der heidenen. Allen zouden zij dan tot de gemeenschap van de ware kerk toevloeien en deel hebben aan haar voorrechten. Nu was er nog maar een klein getal, in vergelijking met de overigen, toegebracht.
Want ofschoon de heidenen ook van de apostelen het Woord van het Evangelie hebben mogen horen en dit Evangelie niet meer onder de Joden alleen, maar in de hele wereld gepredikt is, toch werd het getal der heidenen niet vol gemaakt.
De leerlingen van Jezus konden in hun korte leeftijd niet alle plaatsen bezoeken, ook al omdat een groot deel van de wereld toen niet bekend was. Zelfs is de volheid der heidenen nog niet ingegaan in deze tegenwoordige tijd. Ja, ook nadrukkelijk wordt gezegd in Openbaring 15:8: „Niemand kon in de tempel ingaan, totdat de zeven plagen der zeven engelen geëindigd waren.”
Petrus Curtenius, predikant te Amsterdam (”De zwaarste plaatsen der brieven van Paulus”, 1766-1777)