Kerk & religie

Verborgenheid

Romeinen 11:25

Petrus Curtenius
17 September 2015 09:45Gewijzigd op 15 November 2020 21:51

„Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt bij uzelven), dat de verharding voor een deel over Israël gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. En alzo zal geheel Israël zalig worden.”

Het is duidelijk dat de apostel onder de verharding van Israël het hardnekkige ongeloof en de moedwillige ongehoorzaamheid van de Joden verstaat. Zij hebben geen acht willen slaan op de prediking van het Evangelie. Zij zijn daardoor niet bewogen geworden, maar hebben zich integendeel daartegen verhard en de waarheid die in Christus is, halsstarrig verworpen.

Zo lezen wij uitdrukkelijk dat hun zinnen verhard zijn geworden. Tot de huidige dag toe –wanneer Mozes gelezen wordt (en zo is het ook nu nog )– ligt er een deksel op hun aangezicht (2 Korinthe 3:14, 15).

Zo kon nu de apostel zeggen dat het oordeel over Israël gekomen is. Dat wil zeggen: het oordeel heeft éérst gerust op de heidenen, die de Heere in voorgaande tijden liet wandelen in hun eigen wegen. Die hebben nu barmhartigheid verkregen door de ongehoorzaamheid van de Joden. Maar nu staat ook hen op hun beurt weer barmhartigheid te wachten (vers 30, 31).

Ja, dit was een grote verborgenheid, die in die tijd nog niet goed begrepen werd, dat de Joden zo bij délen en in bepaalde perioden verhard zijn geworden, opdat de Heere hen ook naderhand barmhartig zou zijn.

Immers, de verharding zal zelfs over het verharde deel niet altijd duren, maar totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. „En alzo zal geheel Israël zalig worden.”

Petrus Curtenius,
predikant te Amsterdam

(”De zwaarste plaatsen der brieven van Paulus”, 1766-1777)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer