Tolerante Reformatiestad Gennep
Het Limburgse Gennep mag zich sinds kort de eerste Reformatiestad van Nederland noemen. „Hier gingen rooms-katholieken en protestanten vreedzaam met elkaar om, dat was in andere steden tijdens de Reformatie wel anders.”
Voor de oude pastorie op de Markt in Gennep haalt een vrouw dode bladeren uit de plantenbakken. Nee, de pastorie is geen eigendom meer van de protestantse gemeente. „Is Gennep de eerste Reformatiestad van Nederland? Dat wist ik niet. En wat houdt dat dan in? Ik denk dat ik wel weet wie erachter zit. Mieke Hoogkamp, de voorzitter van de kerkenraad van de protestantse gemeente. Zij doet er alles aan om Gennep en de kerk hier op de kaart te zetten.”
Inderdaad, Mieke Hoogkamp-Korstanje en Karel Bruinsma, scriba van de kerkenraad, deden samen met het college van burgemeester en wethouders van Gennep een aanvraag bij het project Reformatiesteden in Europa van de Gemeinschaft der Evangelische Kirchen in Europa (GEKE).
Hoogkamp zal straks in de kerk uitleg geven over het project. Maar eerst wil de pastoriebewoonster, geboren in een huis tegenover dit statige pand, nog wel wat vertellen over het monument dat zij met haar man bewoont. Ze laat de diepe tuin zien waarin elk moment van het jaar iets bloeit.
Zelf is ze rooms-katholiek, maar niet praktiserend. „Ik houd niet van dat strenge gedoe. Ik was eens op een begrafenis waar de voorganger tegen de kindertjes op de voorste rij zei: „Vandaag opa en morgen jullie!” Vreselijk vind ik dat. Nee, je kunt op zondag beter helpen in een bejaardenhuis dan in de kerk zitten.”
Iets verderop in de straat rijdt een verkoopster net een kledingrek naar buiten. ”70 % korting”, staat er met grote letters op. Ook zij heeft nog niet gehoord van de nieuwe titel die haar stad gekregen heeft, maar „aandacht is altijd goed.”
De klok van de kerk slaat inmiddels elf uur. Binnen in de kerk zit Mieke Hoogkamp-Korstanje. Even later komt Teus van Leeuwen aan. Hij is voorzitter van de Stichting Johannes Engelen, een organisatie die zich hard maakt voor de instandhouding van de monumentale kerk en die haar cultuurhistorische waarde bij een breed publiek onder de aandacht wil brengen. Zo is de kerk open op zaterdagen in het voorjaar en in de zomer en wordt ze gebruikt voor concerten, lezingen en exposities. De stichting is genoemd naar dominee Johannes Engelen, die voor de bouw van dit godshuis in 1663 zogeheten collectereizen maakte. Hij bezocht 220 instellingen en plaatsen om geld in te zamelen en moet zo’n 5000 kilometer hebben afgelegd, vertelt Van Leeuwen. „De kerk is compleet met eigen middelen betaald.”
„Het collecteboek, waarin de toezeggingen voor de bouw werden gedaan, is bewaard gebleven”, voegt Hoogkamp eraan toe. „Het is in de Tweede Wereldoorlog beschadigd, maar delen ervan zijn nog heel goed leesbaar. We hebben in de kerk op dit moment een tentoonstelling waarin wat kopieën van bladzijden te zien zijn.”
Gennep is de eerste Reformatiestad van Nederland. Wat houdt dat in?
Hoogkamp: „Er zijn in Europa al 36 van zulke steden in 8 landen. In de aanloop naar de Reformatieherdenking van 2017 bereiden deze steden tentoonstelling, concerten, rondleidingen et cetera voor. Wij hebben hier in Gennep ook een uniek verhaal te vertellen, vandaar dat we ons bij deze steden wilden aansluiten.
Ten tijde van de Reformatie was Gennep onderdeel van het hertogdom Kleef. Pas in 1815 kwam de stad in Nederlandse handen. In het hertogdom Kleef heerste godsdienstvrijheid. Hertog Willem de Rijke van Kleef liet zelfs zijn eerste kind rooms-katholiek en zijn tweede kind protestants dopen. Kleef was een toevluchtsoord voor protestanten uit Nederland, België, Frankrijk en zelfs Engeland die om hun geloof vervolgd werden.
In 1566 stroomden 200.000 vluchtelingen over de grens naar de Niederrhein. Zij werden gastvrij onthaald en vermengden zich met de lokale protestanten. In Gennep ontstond zo de Holländische Flüchtlingsgemeinde, die in 1571 door de synode in Emden formeel erkend werd als protestantse gemeente. Toen Gennep in 1815 bij Nederland kwam, was zij meteen de oudste protestantse gemeente van Nederland.
Protestanten en rooms-katholieken leefden hier vreedzaam naast elkaar. Hier werden geen kerken van rooms-katholieken afgepakt. Dat was tijdens de Reformatie in de toenmalige Nederlanden wel anders.”
Hoe kom je als stad aan zo’n titel?
Hoogkamp: „Je moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo is het een vereiste dat de burgerlijke gemeente meedoet. Het stadsbestuur van Gennep heeft ons daarom toestemming gegeven om de titel aan te vragen. We hopen zo toeristen te trekken en Gennep nog beter op de kaart te zetten. Er is hier ontzettend veel te zien. Neem deze kerk, maar neem ook de Martinustoren (zie kader, RM) iets verderop. Het is een overblijfsel van de vroegere rooms-katholieke kerk die in de Tweede Wereldoorlog is verwoest.”
Ook het Duitse stadje Goch, iets verderop doet mee in het programma, vertellen de twee. Goch heeft vanaf medio zestiende eeuw altijd nauwe betrekkingen onderhouden met Gennep, en van de 300 gemeenteleden (van wie er 50 regelmatig zondagsochtends de dienst bezoeken) wonen er enkelen in de partnerstad net over de grens.
Hoogkamp: „We denken eraan om in deze omgeving wandel- en fietsroutes te ontwikkelen langs alle locaties die met de Reformatie te maken hebben. Zo kerkten de protestanten lange tijd samen met de rooms-katholieken in de Sint-Martinuskerk van Gennep, op de zolder van het Gennepse stadhuis, in de kapel van de eeuwenoude vesting Het Genneper Huys –nu-een ruïne– en vele jaren in de Sint-Antoniuskapel in Ven-Zelderheide. Als de predikant niet aanwezig was, doopte de pastoor de baby en andersom.
Dit alles onderstreept nogmaals de tolerante houding ten opzichte van elkaar. Die tolerantie was gunstig voor alle partijen: geen beeldenstormen, geen oorlog, geen vervolging, maar profijt van kennis en ervaring van immigranten. De vele contacten over de grenzen deden handel, wetenschap en cultuur bloeien. Gennep heeft tijdens de Reformatie laten zien dat het ook anders kon.”
Van Leeuwen: „Ze waren zo slim om elkaar niet de kop in te slaan. Dat kan ook nu een les zijn voor veel godsdienstfanatici.”
Hoe gaat u verder invulling geven aan de Reformatieherdenking?
Hoogkamp: „Daar gaan we nog over nadenken. Het is nog geen 2017. We zullen zeker in contact treden met de andere steden over hun programma’s en op basis daarvan een eigen programma samenstellen.
Overigens komt Gennep pas halverwege deze maand op de website van GEKE te staan. We wilden eigenlijk dan pas met het nieuws naar buiten treden, maar de Protestantse Kerk in Nederland en jullie pakten dit direct op.” Lachend: „Daar zijn we ook blij mee hoor.”
Partnerschap Gennep en Goch
Vier keer per jaar ontmoet de protestantse gemeente Gennep de Evangelische Gemeinde Goch. Tweemaal in Gennep, tweemaal in het Duitse stadje net over de grens. Het partnerschap tussen de twee steden bestaat al bijna vierenhalve eeuw. De spreektaal: Duits en Nederlands door elkaar.
De eerstvolgende ”Partnertreffen” is op 23 september in Goch. Centraal staat dan de Tsjechische hervormer Johannes Hus, aangezien het dit jaar 600 jaar geleden is dat hij ter dood werd gebracht.
Martinustoren
Bezoekerscentrum Martinustoren in Gennep is dagelijks gratis te bezichtigen. De toren biedt niet alleen uitzicht over de wijde omgeving, maar in het bouwwerk wordt ook informatie gegeven over de vroegere kerk die hier gestaan heeft en over de geschiedenis van Gennep en het Land van Maas en Niers.
De toren aan de Torenstraat 17 is gratis toegankelijk en wordt dagelijks door vrijwilligers uit Gennep geopend en gesloten.