Kerk & religie

Vervloeking

1 Korinthe 16:22

24 August 2015 08:36Gewijzigd op 15 November 2020 21:14

„Indien iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maranatha.”

Het zijn rechte donderwoorden waarmee Paulus besluit, wanneer hij zegt: „Indien iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maranatha” (1 Korinthe 16:22). De dierbare apostel had, als een verstandige geneesmeester, verscheiden geestelijke krankheden die bij zijn gemeente te Korinthe in zwang waren, door heilzame leringen trachten te genezen. Maar hij vond nog een uiterst schadelijke zielenkwaad, en dat was de liefdeloosheid omtrent Jezus. Daarom moest deze getrouwe arts, om zo’n kwaad te verdrijven, scherp te werk gaan, en zeggen: „Indien iemand de Heere Jezus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maranatha”.

Hij spreekt van Jezus, de Zoon van de levende God, Die de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen hebbende, door Zijn bitter lijden en sterven het grote werk der verlossing volbracht had. Daarom wilde Hij als Koning, Profeet en Hogepriester gekend en bemind zijn. In Hem moest alle heil en zaligheid gezocht worden. Men moest Hem in zuivere, oprechte en standvastige liefde en geloof aanhangen, en getrouw blijven tot in de dood.

Wie dit niet deed, die dreigde hij met een ”anathema” of vervloeking. Dit Griekse woord betekent: „een afzondering van Gods gemeenschap” en „verstoting uit de raad der vromen” (Galaten 1:8), een „vloek” of „vervloeking” (Markus 14:71). Of een volkomen verwerping, zodanig dat zulken, aan de goddelijke gerechtigheid overgegeven, de meest schrikkelijke straffen zouden ondervinden, die ze met hun zonden verdiend hadden.

Koenraad Mel,

predikant te Hersfeld

(”Bazuinen der eeuwigheid”, 1752)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer