Zendingsmiddag over verwachting in Oene
OENE. „Verwachting van de Heere ontstaat nooit uit onszelf. Het komt omdat Hij verwachting in ons gelegd heeft. Wie het van Hem verwacht, zal niet beschaamd uitkomen. Hij is de Betrouwbare.”
Dat zei ds. E. Mijnheer, hervormd predikant te Oene, woensdag bij de opening van de jaarlijkse zendingsmiddag in de hervormde kerk te Oene. Die was georganiseerd door de plaatselijke zendingscommissie.
”Vol verwachting”, was het thema van de zendingsmiddag. De opbrengst van de collecten was bestemd voor de Gereformeerde Zendingsbond (GZB). Ds. Mijnheer hield een meditatie over Psalm 130, waar de dichter zegt dat hij de Heere verwacht. „Dat doet u of doe jij toch ook wel?” vroeg de predikant aan zijn hoorders.
Hij riep de vraag op hoe deze psalm in verhouding staat tot de uitspraak van Paulus in de Romeinenbrief dat er niemand is die de Heere verwacht. „Staat het er zo slecht voor? Houdt het hiermee op? Moeten we niet beschaamd ons hoofd buigen en zeggen: Ik heb gezondigd? Vanuit dat besef schept de Heere verwachting”, aldus ds. Mijnheer.
Ds. B. van Leeuwen, hervormd predikant te Valburg, liet zien hoe Jeremia verwachting ziet, op het moment dat de ballingschap aanstaande is. „Verwacht u ook dat de Heere Jezus Christus komt, hoewel we er in deze tijd het tegendeel van zien? Toch zijn het Zijn laatste woorden: „Ik kom haastig””, aldus ds. Van Leeuwen.
Het leven van een christen bestaat volgens de predikant in „verlangen, uitzien en verwachting. Midden in het oordeel komt God met Zijn beloften. Dat zijn geen gestolde formules”, zei hij. Hij haalde de overleden predikant ds. G. Boer aan, die gezegd heeft dat de beloften twaalf touwen zijn die door het dak van de kerk naar beneden zakken, waaraan een radeloze zich vastklampt. „Beloften zijn er om gebruik van te maken. U moet er wat mee doen, opdat de verbondswraak u niet zal treffen.” Dat Jeremia zegt dat de Heere David een rechtvaardige Spruit zal verwekken, is volgens ds. Van Leeuwen „een geweldige belofte” op deze zendingsmiddag.
De hersteld hervormde predikant ds. J. Joppe uit Woudenberg stelde de vraag of we onze gaven geven met het oog op verwachting voor het zendingswerk. „Of vraagt u zich af wat de vrucht is van alle zendingswerk?”
Te midden van alle teleurstelling leert de Heere ons in Johannes 4 dat er veel te verwachten is van zendingswerk en evangelisatie, stelde de predikant. „De Samaritaanse vrouw riep na haar gesprek met Jezus haar mede-inwoners op om naar Hem uit te gaan. Er is nog maar net gezaaid, en dan komen de Samaritanen al naar Jezus toe. En er geloofden er veel meer omwille van Zijn woord, en niet om wat de vrouw hun gezegd had. Behoort u ook al tot die oogst? Of is het zaad van het Evangelie nog niet ontkiemd in uw leven?”
„Toekomstverwachting heeft alles te maken met vooruitzien”, zei ds. J. N. Zuijderduijn, hervormd predikant te Oosterwolde. De mensen in Petrus’ dagen hadden ook vragen omtrent de toekomstverwachting, stelde hij. „Waar blijft de Heere Jezus? Die twijfel kan ook ons bekruipen. Maar die dag komt. Wees waakzaam, wees standvastig, bereid u voor op de komst van Christus en wacht u voor de verleiding.”
