Kerk & religie

„Turken en Koerden schuldig aan inpikken eigendommen christenen”

ISTANBUL. Zowel Koerden als de Turkse staat maken zich schuldig aan het afpakken van kerkelijke eigendommen in Turkije. Dat stelt de Duitse onder­zoekster journaliste Suzanne Güsten, in een recent verschenen rapport.

Van een medewerker
18 August 2015 20:15Gewijzigd op 15 November 2020 21:08
Het Mor Gabrielklooster. beeld RD, Anton Dommerholt
Het Mor Gabrielklooster. beeld RD, Anton Dommerholt

Güsten specialiseerde zich de afgelopen tien jaar in de kwestie rond de eigendomsverhoudingen van grond en gebouwen in de Turkse provincie Midyat, bij de grens met Irak. Grote delen van dat gebied waren het eigendom van kerken, totdat bijna een eeuw geleden de Armeense genocide plaatshad en Grieks-orthodoxe christenen verdreven werden uit het land. Sindsdien hebben de Turkse overheid en Koerdische groepen in de provincie continu geprobeerd om land in te pikken dat eigendom is van kerken, concludeert Güsten.

Een van de kwesties waarover recent veel te doen is geweest, is de heropening van het Syrisch-orthodoxe Mor Auginklooster, ten noorden van de provinciehoofdstad Mardin. Het gebouw stond sinds 1983 leeg, maar was nog steeds eigendom van de kerk. Toen deze het klooster enkele jaren geleden wilde heropenen, bleken gewapende Koerdische stammen ruim 300 hectare van de kloostergronden in beslag te hebben genomen. Pogingen tot bemiddeling met de Koerden liepen op niks uit en ook de Turkse overheid hield zich afzijdig.

Volgens Güsten heeft de recente verkiezingsoverwinning van de HDP, een coalitie van Koerdische partijen, voor het Mor Auginklooster nog geen positieve gevolgen gehad. Weliswaar stelde de HDP dat ze zich sterk zou maken voor de positie van minderheden, waaronder christenen, maar juist in het geval van het klooster blijkt dat niet op te gaan. De Koerdische stamhoofden die zich de grond van het klooster hebben toegeëigend, blijken zich namelijk niet te hebben aangesloten bij de HDP.

Het rapport concludeert dat de zaak van het Mor Auginklooster geen incident vormt. Armeense en Assyrische christenen die de afgelopen jaren vanuit het buitenland terugkeren naar Turkije, komen herhaaldelijk tot de ontdekking dat hun landerijen zijn gestolen, terwijl de nieuwe Koerdische ‘eigenaren’ bereid zijn om hun gestolen bezittingen gewapenderhand te verdedigen. Een rechtszaak aanspannen blijkt vaak een zaak van de lange adem. Bovendien is de uitkomst onzeker, vanwege de corruptie bij de lokale autoriteiten.

Volgens Güsten gaat de Turkse staat niet vrijuit. De overheid heeft de wetgeving zo aangepast dat landerijen die langer dan twintig jaar niet bewerkt zijn automatisch eigendom worden van de staat. Zowel christenen die het land hebben verlaten, maar nog wel eigenaar zijn van gebouwen en gronden, als kerken worden het slachtoffer van die regels. 
Kerken moeten vaak veel moeite doen om aan te tonen dat ge­bouwen waarvan ze eigenaar zijn, nog daadwerkelijk gebruikt worden.

De onderzoekster stelt dat, ondanks eerdere beloften aan onder meer de Europese Unie, de Turkse politiek geen aanstalten maakt om werk te maken van dit probleem. Güsten meent dat meer druk van Europese landen kan helpen om het tij te keren. Ze denkt dat onder meer als gevolg van druk uit Duitsland, Zweden en Nederland, een gedeelte van de eigendommen van het beroemde, 1600 jaar oude Mor Gabrielklooster, werd terug gegeven aan de rechtmatige, christelijke eigenaren. In het Syrisch-orthodoxe klooster wonen nog steeds monniken en nonnen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer