Met het Evangelie naar de Gay Pride
AMSTERDAM. Hij mengt zich niet in het feestgedruis van de Gay Pride langs de Amsterdamse grachten. „Daar horen wij christenen niet.” Maar voor mensen die afkomen op het homo-evenement of weer naar huis gaan, heeft Jan-Dirk Liefting wél een woord.
Voor het derde jaar is de interkerkelijke Stichting Evangelisatie Sjofar (SES) zaterdag met een groep van bijna twintig man present tijdens de Gay Pride. Bij het meerdaagse homo-evenement worden meer dan een half miljoen mensen verwacht, aldus Liefting, voorzitter van het bestuur van de SES.
Aan eerdere jaren denkt hij met gemengde gevoelens terug. „Waar ik ontdaan van was, was dat daar gewoon gezinnen met een kerkelijke achtergrond liepen. Die grepen de Gay Pride aan om een dagje Amsterdam te doen en de festiviteiten eens mee te maken. Choquerend.”
En de feestgangers?
„Je ziet op zo’n evenement een mix van fanatiekelingen en mensen die het een keertje willen meemaken. De reacties waren redelijk gematigd en er waren veel mogelijkheden tot gesprek. Ik denk aan een man die ooit tot een van de reformatorische kerken behoorde maar daarvan weg was gegroeid. Hij was actief als homoseksueel en wilde weleens in Amsterdam kijken. Toen hij langs onze bus kwam, raakten we in gesprek. Binnen een paar minuten had hij tranen in de ogen. We zijn met hem de bus ingegaan, hebben gelezen en gebeden. Even later ging hij, in plaats van naar het evenement, terug naar de trein. Dat is een mooie ontmoeting.”
Welke boodschap ten aanzien van homoseksualiteit dragen jullie uit?
„Het gaat ons er niet om mensen te vertellen hoe slecht ze zijn of om negatief te doen over homoseksualiteit. Het zijn mensen met een ziel, homo of niet. Iedereen heeft hetzelfde nodig: de Heere Jezus. Als ze ons vragen naar onze visie op homoseksualiteit, geven we een puur Bijbels antwoord. Romeinen 1:24, waar staat dat God mensen heeft overgegeven in de begeerlijkheden van hun hart, is duidelijk. Dat zie je in Amsterdam gebeuren. Maar vaak zijn mensen verblind en landt zo’n boodschap niet. Mensen moeten eerst oprecht worden voor God. Elk gesprek is maatwerk. In ieder geval: de ergste vorm van homodiscriminatie is hun het Evangelie te onthouden.”
Jullie gaan naar de Dam en de Bijlmer, niet naar de festiviteiten bij de grachten?
„Inderdaad. Dat doen we bewust. Daar horen wij christenen niet thuis. In die sfeer van liederlijkheid willen we ons niet begeven. Bovendien: als mensen kijken naar zo’n optocht, is het heel moeilijk contact met ze te maken. We spreken ze liever aan als ze ernaartoe lopen of terugkomen.”
Bent u niet bang voor negatieve reacties of zelfs verbaal of fysiek geweld?
„Angst is een groot woord, maar we houden er wel rekening mee. Je staat toch in de frontlinie, in het hol van de leeuw. Daarom bidden we vooraf om bescherming, om een engelenwacht rondom de bus. Natuurlijk zijn er mensen die denken dat christenen homo’s haten. Het mooiste is als je dan kunt uitleggen dat wij niet discrimineren, maar geloven dat wat Gods Woord zegt goed is voor alle mensen. Dan merken ze dat er niet op de persoon wordt gespeeld.”
Stel, u krijgt een passant een halve minuut te spreken. Wat is dan uw boodschap?
„Er is geen standaardverhaal, geen uit het hoofd geleerd versje. Je moet aftasten waar iemand staat. En dan moet er, onder leiding van de Heilige Geest, iets gebeuren. Daarnaast hebben we een folder met een korte boodschap over afgoderij: Welke god dien jij? Je lichaam, je relatie, je carrière, of de levende God? De kortste boodschap staat op de bus, de tekst uit Johannes 3:36: „Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.””