Restauratie Eusebiuskerk moet klaar zijn bij herdenking Slag om Arnhem
ARNHEM. De Grote of Eusebiuskerk is hét symbool van Arnhem. De toren geeft de skyline van de stad niet alleen het markante karakter, maar is ook symbool van zijn ontworsteling aan de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog.
De vijftiende-eeuwse kerk werd zwaar getroffen bij de slag om Arnhem in 1944. Een moeizame restauratie met veel tegenslagen volgde en is eigenlijk nog niet afgerond. Maar nu is er toch goede hoop dat de Eusebius in 2019, als de slag 75 jaar geleden is, echt klaar zal zijn.
De toren moet volgens voorzitter van de Stichting Eusebius Hans Winters zelfs drie glazen boxen aan de buitenkant krijgen, op een hoogte van 67 meter, om van daaruit het beeldhouwwerk (inclusief tijdens een renovatie aangebrachte Disneyfiguren) en het uitzicht (op onder meer het vroegere strijdtoneel) beter te kunnen bewonderen. En in september komt er een architectenprijsvraag voor nieuwe kerkingangen.
De tijdelijke oorlogsexpositie in de toren krijgt, in samenwerking met het Oosterbeekse Airborne Museum, een permanent en breder karakter. De hoop is dat daardoor toeristen aangetrokken worden, en dat zo de herinnering aan de oorlog levend gehouden wordt. De nabije brug over de Rijn, in 1944 zwaar bevochten, speelt hierbij een belangrijke rol.
Na de bevrijding werd al snel de ene actie na de andere gehouden voor de redding van de Eusebius, want de Arnhemmers wilden de kerk er niet onder laten krijgen, juist niet door de oorlog. De wederopbouw ging bij stukjes en beetjes. Eerst kon de kerk weer worden gebruikt. Daarna hoorde de bevolking de klokken opnieuw luiden. Uiteindelijk kwam er zelfs een lift voor een weids uitzicht over de Gelderse hoofdstad. Duizenden mensen komen elk jaar binnen om het monument te bekijken, los van de kerkdiensten en allerlei evenementen. Maar de toren staat alweer tijden in een treurig harnas van steigers.
Werd de kerk in 1961 vol goede moed opnieuw in gebruik genomen, de brokstukken kwamen sindsdien alweer verschillende keren naar beneden. Het bij de restauratie toegepaste Ettringer tufsteen bleek een sof. Die steensoort, toegepast bij de bouw en restauratie van veel kerken in Nederland, is minder duurzaam dan gedacht. Door de kwetsbaarheid van de stenen voor vocht en temperatuurwisselingen ontstaan scheuren, vooral bij stenen met veel details, zoals het beeldhouwwerk en de ornamenten.
Het schip van de Eusebiuskerk blijkt intussen in een iets betere staat dan gedacht: met een beperkte restauratie kan het weer jaren mee. Maar de toren is er ernstiger aan toe, die geeft waarschijnlijk nog enkele jaren werk. De hele restauratie en herinrichting kosten 32 miljoen euro, waarvan 18 miljoen nog ergens vandaan gehaald moet worden.
De kerk is niet alleen monument, maar ook leerterrein – en niet alleen over de oorlog. Deze maand ging bij de kerk de Arnhem School of Heritage open om het vakmanschap van steenhouwers voor het voetlicht te brengen. Een vakmanschap dat in vergetelheid lijkt te raken, maar niet kan worden gemist bij dergelijke grote projecten.