Bonifatius werd in 754 bij Dokkum vermoord. „Over wat hij verder voor belangrijke dingen tussen 716 en 754 heeft gedaan in wat nu Nederland en Duitsland is, is weinig bekend. Bonifatius hoort echter meer bij Wijk bij Duurstede en Utrecht dan bij Dokkum”, meent Kees Slijkerman, initiatiefnemer van het Bonifatiusjaar.

Een van de plannen van het comité is het realiseren van een standbeeld van Bonifatius op de Markt bij de Grote Kerk. Verder werkt het comité aan een boek, een expositie en een herdenkingsbijeenkomst. In het boek zullen leven en het werk van Bonifatius worden belicht en wordt beschreven hoe verschillende christelijke stromingen de missionaris de eeuwen door hebben gewaardeerd.

Leden van het comité zijn onder anderen ds. Piet de Jong, predikant van de plaatselijke hervormde gemeente, gemeenteraadslid Gerrit Taute (Protestants-Christelijke Groepering) en historicus Luit van der Tuuk, conservator van Museum Dorestad. Slijkerman, hoofdredacteur van Bouwen aan de Nieuwe Aarde, het tijdschrift voor charismatische vernieuwing in de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland, gaf de eerste aanzet.

In 716 reisde monnik Wynfreth –van de paus kreeg hij twee jaar later de naam Bonifatius– met een vrachtvaarder naar de Lage Landen om het Evangelie te brengen aan de heidense Friezen. Slijkerman: „Toen ik me verdiepte in de geschiedenis van mijn woonplaats Wijk bij Duurstede kwam ik erachter dat Bonifatius van boord ging in Dorestad, toen de grootste handelsstad van Noordwest-Europa, nabij het tegenwoordige Wijk. Bonifatius had grote invloed op de vorming van het christelijke West-Europa. Hij verdient in Wijk bij Duurstede meer aandacht dan alleen de Bonifatiusstraat die naar hem is vernoemd.”

De missionaris stichtte kerken in Woerden, Velsen en het toenmalige Attingahem (vermoedelijk Breukelen). „Gaandeweg kreeg hij een invloedrijke positie in de hoogste kringen, zowel aan het Frankische hof als bij de Romeinse curie”, aldus historicus Van der Tuuk. „Op voordracht van Bonifatius begunstigden de Frankische vorsten het missiecentrum in Utrecht met goederen en privileges. Mede daardoor kon Utrecht zich ontwikkelen tot het belangrijkste kerkelijke centrum van de noordelijke Nederlanden.”

Het werk van Bonifatius heeft grote politieke én spirituele betekenis, niet alleen voor de achtste eeuw, ook voor onze tijd, zegt Slijkerman. „Hij heeft een stempel gezet op de kerkelijke ontwikkeling van West-Europa, onder meer met de stichting van kloosters.”

De gemeente Wijk bij Duurstede staat volgens Slijkerman niet afwijzend tegenover een Bonifatius­monument, mits er voldoende draagvlak voor is. Het comité heeft zich er nog niet over gebogen hoe de missionaris moet worden uitgebeeld. Voor Slijkerman liggen drie elementen vast: „Een monnik van toen, een deel van het schip waarmee Bonifatius aankwam, en de Bijbel in zijn hand.”

www.dorestadonthuld.nl/bonifatius.html