Ds. Latzel wil fundamentalist zijn, geen extremist
DAMWOUDE. Predikanten moeten niet uit zijn op applaus en ook niet bang zijn voor boegeroep, aldus ds. Olaf Latzel uit het Duitse Bremen. „De ware dienaar wil getrouw zijn aan zijn Bijbelse opdracht, ook als er een vloed van smaad over hem wordt uitgestort.”
De predikant van de protestantse St. Martinikirche in Bremen sprak woensdagavond in het Friese Damwoude. Begin dit jaar bracht hij grote opschudding teweeg nadat hij zich zeer kritisch had uitgelaten over islam, rooms-katholicisme en boeddhisme.
Woensdag gaf ds. Latzel uitleg over de affaire. „Een voorganger uit Bremen had gepleit voor een gezamenlijk gebedshuis waarin verschillende religies moesten samenkomen. Naar aanleiding van vragen van enkele gemeenteleden heb ik in een preek de samenwerking met moslims en rooms-katholieken op Bijbelse gronden onomwonden afgewezen.”
Nog nooit riep een preek zoveel reacties op. Politiek, media én collegapredikanten vielen massaal over hem heen. In het parlement van de deelstaat Bremen werden de predikant en zijn uitspraken besproken.
Een Nederlands gezelschap bracht nadien een bezoek aan de predikant, onder wie de christelijke gereformeerde emeritus predikant ds. P. Roos en ds. IJ. R. Bijl, hersteld hervormd predikant uit Wouterswoude. Zij nodigden ds. Latzel uit in Nederland te komen spreken. In Damwoude had woensdag de eerste bijeenkomst plaats; donderdagavond is hij in Driebergen.
Ter inleiding las ds. Bijl woensdagavond 2 Timotheüs 4. Hij merkte op dat de voorzegging uit dit hoofdstuk steeds meer praktijk wordt. Predikanten die onomwonden de Bijbelse boodschap brengen, zullen ondervinden dat de geseculariseerde wereld dit niet meer verdragen kan. Ds. Bijl verwacht dat stormen van protest zoals die tegen de preek van ds. Latzel opstaken, steeds vaker zullen voorkomen
Ds. Latzel bedankte voor de steun die hij vanuit Nederland ontving. Hij had zijn toespraak, met als thema ”De roeping van de kerk in een geseculariseerde wereld”, ingedeeld aan de hand van vijf vragen. Naar aanleiding van de eerste vraag, „Wat is de opdracht van de kerk?”, die hij in verband bracht met het zendingsbevel uit Mattheüs 28, stelde ds. Latzel: „De kerk heeft slechts één hoofdtaak: de getrouwe Woordverkondiging die verloren schepselen tot kinderen Gods moet maken. Alleen de Heere bepaalt de inhoud van de boodschap. Predikers zijn boodschappers die mensen in de Naam van Christus oproepen zich met God te verzoenen. Niet alle kerken waar het bordje kerk op staat zijn echte kerken. Alleen die kerken die hiermee ernst maken verdienen de naam kerk.” Naar het oordeel van ds. Latzel is in zijn eigen kerk, de Evangelische Kerk in Duitsland, op veel plaatsen die Bijbelse woordverkondiging in de lijn van Luther verdwenen.
„Moet de kerk zich aanpassen aan de tijdgeest?” luidde zijn tweede vraag. Op grond van 2 Timotheüs 4 antwoordde de Bremer predikant met: „Nein! Aanpassing is een verleidingstactiek die de duivel alle eeuwen toepast.” Als voorbeeld noemde hij de nazi’s, die de kerken wilden aanpassen aan de nationaalsocialistische ideeën. Ds. Latzel wees hier op de ”Barmer Thesen”, waarvan de eerste stelling luidt: „De kerk put alleen uit de bron van Gods Woord en aanvaardt niets van wat daarbuiten wordt opgelegd.”
Op de vraag of predikanten bang moeten zijn om voor fundamentalist te worden uitgemaakt, antwoordde hij dat hij geen „extremist” wil zijn, maar er geen moeite mee heeft fundamentalist te worden genoemd, omdat hij zich baseert op Bijbelse grondwaarheden.
Vervolgens behandelde ds. Latzel de bereidheid om smaad te lijden omwille van Christus. In de vijfde vraag ging hij in op het loon dat is weggelegd voor de getrouwen die in het lijden en de smaad van Christus delen. „Zij zullen met Christus op tronen zitten om te richten.” De Duitse predikant gaf aan dat hij moeilijke tijden heeft beleefd, maar dat alle moeite niet opweegt tegen het uitzicht op het eeuwige leven.
Lees ook