Voordewind: Steun in Israël verzoening, niet terroristen
DEN HAAG. Nederland kan z’n ontwikkelingsgeld beter steken in verzoeningsprojecten tussen Israëliërs en Palestijnen dan het allemaal te doneren aan de Palestijnse Autoriteit, vindt CU-Kamerlid Voordewind, momenteel op werkbezoek in Israël.

Het afgelopen jaar nam de Kamer, bij de behandeling van de begroting van Ontwikkelingssamenwerking, een amendement van de ChristenUnie aan om van de 60 miljoen euro die jaarlijks naar de Palestijnse Autoriteit gaat 1 miljoen af te nemen en dat bedrag te bestemmen voor verzoeningsprojecten tussen Israëliërs, Palestijnen en andere Arabieren.
Voormalige lijfwacht
Deze week bezoekt CU-Kamerlid Voordewind Israël. In nauw overleg met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken en met de Nederlandse ambassadeur bekijkt hij welke projecten wellicht in aanmerking komen voor financiële steun. „Ik vermoed dat het er een stuk of tien zullen zijn. Vandaag gaan we bijvoorbeeld kijken bij de kleuterschool van Tass Saada, de voormalige lijfwacht van Arafat, in Jeruzalem. Daarop zitten Palestijnse, Arabische en Israëlische kinderen. Via deze school komen hun ouders met elkaar in contact, waardoor –zo is het idee– vijandsbeelden geslecht worden.”
Dat het soms inderdaad zo werkt, zag het CU-Kamerlid gisteren in Tel Aviv. „We waren bij een computeropleiding die gevolgd wordt door Arabische en Israëlische jongeren. Een Joods meisje van negentien zei: Ik had nooit contact met Arabieren, zag hen als gevaarlijk. Nu ik sommige van hen heb leren kennen, denk ik genuanceerder.”
Stedenband
In Tel Aviv sprak Voordewind ook met de gemeenteraad. Groot is daar nog steeds de verbazing dat de Amsterdamse gemeenteraad onlangs, na een regeringswisseling in Israël, besloot geen stedenband aan te gaan met Tel Aviv. „Raar natuurlijk, want zo’n regeringswisseling heeft met een stedenband niets te maken.”
Ondertussen lopen er weer diverse initiatieven om wellicht toch tot een stedenband te komen. „Een stedenband tussen Amsterdam en Tel Aviv én Ramallah is voor Ramallah een brug te ver. Wellicht lukt het wel als Amsterdam afzonderlijke stedenbanden aangaat met Ramallah en met Tel Aviv.”
De verzoeningsprojecten die Voordewind bezoekt, zijn kleine initiatieven die „van onderaf” proberen Palestijnen en Israëliërs met elkaar in contact te brengen. „Misschien zijn het slechts druppels op een gloeiende plaat. Maar toch denk ik dat je zó moet beginnen. Ik hoop het aantal projecten dat steun krijgt nog wat te kunnen uitbreiden. Want let wel, van het geld dat nu naar de Palestijnse Autoriteit gaat, wordt een deel zeer onverantwoord besteed. Dat gaat naar ondersteuning van Palestijnse terroristen in Israëlische gevangenissen. Daarbij geldt: hoe meer doden je hebt veroorzaakt, hoe hoger de bonus. Dát kan natuurlijk niet. Dat zijn antiverzoeningsprojecten.”