Christelijke filosofie in de lijn van Augustinus en Calvijn
Wat heeft geloof met de rede te maken? Bas Hengstmengel laat overtuigend zien dat er een respectabele school van filosoferen bestaat in de gereformeerde traditie, die teruggrijpt op zowel Calvijn als Augustinus.
Bas Hengstmengel is filosoof, jurist en psycholoog en verbonden aan de faculteit wijsbegeerte van de Erasmus Universiteit Rotterdam. In ”Denken met het hart” beschrijft hij het denken van Augustinus, de periode van de middeleeuwen (Thomas van Aquino, Duns Scotus, Ockham en het nominalisme en de invloed op Luther), Calvijn, het neocalvinisme (Kuyper, Bavinck), Herman Dooyeweerd en Alvin Plantinga. Hij eindigt met meer systematisch opgezette hoofdstukken over de ”Augustijnse christelijke filosofie”, de metafysica en wijsgerige theologie.
Het accent ligt op Herman Dooyeweerd en Plantinga. Daarmee is ook de toon gezet van de wijsgerige traditie, namelijk die van het neocalvinisme, waartoe Dooyeweerd en Plantinga ook in kerkelijk opzicht behoorden (in de Nederlandse en de Noord-Amerikaanse variant). Beide denkers plaatsen zich nadrukkelijk in de gereformeerde traditie en beroepen zich even sterk op Calvijn. De invalshoek is wel anders: Dooyeweerd vanuit de wijsgerige traditie van Europa, Plantinga vanuit de Anglo-Amerikaanse analytisch-wijsgerige traditie. Dooyeweerd is geïnteresseerd in de analyse van werkelijkheidsstructuren en van de ”theoretische denkhouding”, een wijsgerige fundering voor een neocalvinistische wetenschapsbeoefening, Plantinga beoogt vooral een wijsgerige verdediging van het theïstisch geloof.
In de augustijnse christelijke filosofie wordt een specifiek christelijke wereldbeschouwing of denkwijze geformuleerd die een tegenwicht wil bieden aan het naturalisme, subjectivisme, nihilisme en relativisme. Het neocalvinistisch perspectief, zoals we dat bij Dooyeweerd en Plantinga tegenkomen, heeft iets strijdbaars, activistisch, waardeert ook de rede –met name bij Plantinga– als min of meer neutraal instrument. Het wijsgerig-technische denken is volgens Plantinga als zodanig neutraal. „Het gaat om de inzet, de inhoudelijke voeding en het doel ervan”, zo becommentarieert Hengstmengel zijn denken. Er bestaat volgens Plantinga ook geen fundamenteel verschil tussen theologie en filosofie. Zowel Dooyeweerd als Plantinga claimt een christelijke filosofie te hebben ontwikkeld.
”Denken met het hart” is een treffende typering van de augustijns-calvinistische traditie: het hart is het religieuze centrum van de mens dat het denken en de filosofie bepaalt. Sterk punt is de opvatting van de integrale persoon en de doorwerking van zonde en genade op alle terreinen van het leven. Hengstmengel: „Het verstand, de rede, is niet los verkrijgbaar. De christenfilosoof kan niet anders dan denken met het hart.” Door de vernieuwing van de Geest ondergaat ook het denken een transformatie.
Hengstmengel heeft met zijn boek een grote dienst bewezen aan de studie van het christelijk denken. Veel wat er op dit terrein beschikbaar was, was alweer verouderd of weinig toegankelijk geschreven. Zijn boek is leesbaar voor niet-filosofisch ingewijden, terwijl het toch flink gedocumenteerd is vanuit de primaire bronnen. Dat het christelijk denken nog steeds levend is –met name in Noord-Amerika– laat dit boek overtuigend zien.
Boekgegevens
Denken met het hart. Christelijke filosofie in de traditie van Augustinus en Calvijn, Bas Hengstmengel; uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 2015; ISBN 978 90 5881 671 9; 288 blz.; € 20,-.