Kerk & religie

Luchthavenpastoraat Schiphol 40 jaar: Er zijn en een helpende hand bieden

SCHIPHOL. Veertig jaar geleden ging het luchthavenpastoraat op Schiphol van start. Vandaag wordt dat gemarkeerd met een jubileumviering. „Het devies is: we willen er zijn en bieden waar nodig een helpende hand.”

26 June 2015 21:38Gewijzigd op 15 November 2020 20:01
Het stiltecentrum op de luchthaven Schiphol. beeld Schiphol
Het stiltecentrum op de luchthaven Schiphol. beeld Schiphol

Zeven dagen per week, van 6 uur ’s ochtends tot 11 uur ’s avonds, staan ze paraat: de pastores en vrijwilligers van het luchthavenpastoraat op Schiphol. Er zijn drie geestelijken: de protestantse ds. Wina Hordijk-van der Zwaag, de oudkatholieke Nico Sarot en de rooms-katholieke Gerard Timmermans. Zij worden ondersteund door 26 vrijwilligers.

Het werk van het luchthavenpastoraat heeft zich in de loop van de jaren uitgebreid, zegt oud-luchthavenpastor ds. J. W. Blankert. Hij werkte van 1988 tot 1995 op de luchthaven en is nu nog secretaris van Stichting Protestants Luchthavenpastoraat Schiphol (SOLS).

Ds. Blankert rolde min of meer automatisch in het werk van het luchthavenpastoraat toen hij tussen 1984 en 1988 predikant was in Hoofddorp. De hervormde gemeente in die plaats werd regelmatig te hulp geroepen als er op de luchthaven asielzoekers arriveerden. „Vrijwilligers bezochten mensen die werden vastgehouden op de luchthaven en hielpen hen waar mogelijk, bijvoorbeeld door wat geld te geven.”

Toen de predikant met zijn werk begon, moest het protestantse aandeel in het luchthavenpastoraat nog zijn huidige vorm krijgen, vertelt hij. „De Rooms-Katholieke Kerk was er eerder bij. Zij startte met vieringen voor zowel passagiers als medewerkers van Schiphol. Het protestantse aandeel is aanvankelijk geleverd door oud-luchtmachtpredikant ds. J. Hogervorst.”

In de tijd dat ds. Blankert op Schiphol werkte, groeide het aantal hulpvragen. Tegenwoordig ligt dat op zo’n 300 per jaar, zegt hij. „Denk aan het opvangen van mensen die terugkomen uit het buitenland en van wie tijdens hun reis een familielid is overleden. Een vrijwilliger wacht die mensen dan op bij de gate. We bieden een luisterend oor, maar loodsen hen ook snel langs de paspoortcontrole.” Op andere momenten wordt het pastoraat te hulp geroepen bij zieke of verwarde mensen, of ingeschakeld voor reizigers die hun vlucht hebben gemist, aldus ds. Blankert.

De meest intensieve perioden voor het luchthavenpastoraat hebben plaats rond een vliegramp. De predikant maakte drie grote mee. In 1989 verongelukte een vanaf Schiphol vertrokken vliegtuig in Suriname. In 1992 was er de Bijlmerramp, en in hetzelfde jaar het ongeluk met een DC-10 van Martinair, die neerstortte op de luchthaven van de Portugese stad Faro.

Ds. Blankert was erbij toen slachtoffers van de Bijlmerramp werden opgevangen in een sporthal. Het luchthavenpastoraat werd ook ingeschakeld om familieleden van passagiers van het Martinairtoestel op te vangen. In het jubileumboek ter gelegenheid van veertig jaar luchthavenpastoraat schrijft ds. Blankert erover: „Daarna was het ook logisch dat we de herdenkingsdienst in een van de hangars mee hebben voorbereid en geleid. Een uitzonderlijk emotionele aangelegenheid. Je merkt dan dat je nodig bent. Vanaf die tijd maken we vanuit onze specifieke deskundigheid wezenlijk onderdeel uit van het rampenteam.”

Door de jaren heen is de waardering voor het luchthavenpastoraat toegenomen, meent hij. „Ook Schiphol is het werk steeds meer gaan steunen. Aanvankelijk stelde het luchthavenbedrijf de ruimte van het stiltecentrum, kantoorruimte en een aantal voorzieningen ter beschikking. Nu is er een vijfjarig contract, waarbij Schiphol behalve de immateriële kosten ook een aanzienlijk deel van de overige kosten voor zijn rekening neemt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer