Zwijgen
De wijze koning Salomo heeft in zijn tijd wel eens gezegd: „Alles heeft zijn bestemde tijd.” Onze tekst zegt: Er is een zwijgen dat te prijzen is. Dat is zo wanneer u, christelijke lezer, in tijd van kruis en tegenspoed zwijgt. Wanneer u dan uw ziel in lijdzaamheid bezit en tegen uw God niet moppert. Zoals David niet met Zijn God twistte toen hij in lijden was, of als de Heere hem onrecht deed. Nee, nee, hij bewaarde zijn mond om met zijn murmurerende tong niet tegen God te zondigen.Het is een loffelijk zwijgen, wanneer men de onbegrijpelijke oordelen van de Heere niet bekritiseert met lasterlijke woorden, maar ze met een heilig stilzwijgen vereert. Paulus zegt tegen zulke mensen: O, mens, wie zijt gij die tegen God antwoordt? Er is nog een zwijgen dat te prijzen is: wanneer u zich niet beroemt op uw eigengerechtigheid, zoals die farizeeër.
Zoals er een prijzenswaardig zwijgen is, is er ook een verdoemelijk zwijgen. Dat is zo wanneer men de weldaden van God met stilzwijgen voorbijgaat en niet behoorlijk aanprijst. Dat is een kwaad en schandelijk zwijgen. Als men de leer van het Evangelie uit een vleselijk inzicht verzwijgt en geen belijdenis daarvan wil doen, is dat ook een verdoemelijk zwijgen. Ook wanneer iemand die enige zonden heeft begaan, deze verzwijgt en niet ronduit wil bekennen. Dat is een schadelijk zwijgen.
Adrianus Hasius, predikant te Leeuwarden (Konincklijcke Leyd-sterre na de Hemel, 1656)