„Wees concreet bij vragen over dementie”
BUSSUM. Mensen met dementie wonen langer thuis. Ze krijgen meer te maken met hun gemeente. Soms zijn zaken prima geregeld. In andere gevallen viert de bureaucratie hoogtij. Daar komt bij dat het water bij veel mantelzorgers aan de lippen staat. Het is daarom hoog tijd om hen gerichter te ondersteunen, zegt Ruud Dirkse.
Het aantal thuiswonenden met dementie stijgt de komende decennia naar verwachting van 180.000 naar 420.000.
Maandag gaan zorgmedewerkers en beleidsmakers met elkaar in gesprek over de zorg die zij nodig hebben tijdens het congres Moderne Dementiezorg Thuis in Bussum. Ruud Dirkse, schrijver van drie boeken over de dementie, is een van de hoofdsprekers.
Nederland zit midden in een veranderingsproces. Sinds 1 janu-ari zijn gemeenten in grotere mate verantwoordelijk voor de dementiezorg thuis en is het hun taak om dagbesteding, huishoudelijke zorg en de ondersteuning van mantelzorgers vorm te geven. Tegelijkertijd wordt er flink bezuinigd, 40 procent op thuiszorg en 25 procent op dagbesteding.
Wat betekenen de veranderingen voor mensen met dementie?
„De meesten hebben er op dit moment meer last dan gemak van. In veel gemeenten is het denkproces nog in volle gang en verkeren inwoners in onzekerheid.”
Mensen met dementie moeten langer thuis blijven wonen.
„Gelukkig wel. Dat zeggen de meeste mantelzorgers mij na. In Nederland woont 70 procent van de mensen thuis. In Duitsland, Ierland en Scandinavische landen is dit 90 procent.”
Gelukkig wel… U ontmoet geen tobbende mantelzorgers?
„Jawel, bij de helft van de verpleeghuisopnamen is er sprake van overbelaste mantelzorgers. Een schrikbarend beeld.”
U pleit voor verandering. Wat zijn de uitdagingen?
„Professionals bejegenen mantelzorgers nog te vaak als zwaarbelaste, zielige mensen. Terwijl mantelzorgers zelf aangeven het fijn te vinden om wat voor hun naaste te betekenen. Zoek als professional naar concrete antwoorden op praktische vragen, zoals: „Mijn man stelt voortdurend dezelfde vraag. Hoe kan ik daarmee omgaan?” Of: „Mijn vrouw heeft al twee keer het eten laten aanbranden. Moet ik haar weghouden bij de kookplaat?””
Wat zou u als eerste veranderen?
„Tafeltje-dek-je afschaffen, want dit systeem werkt eenzaamheid in de hand. Laat mensen samen koken en eten in een buurthuis. Laat iemand koken voor zijn buurman. Zorg dat wijkbewoners elkaar opzoeken in het restaurant van een verpleeghuis.”
Welke initiatieven verdienen een pluim?
„In Lochem regelen vrijwillige ouderenadviseurs, zelf senioren, woningaanpassingen. Dagbesteding die zo veel mogelijk aansluit bij de interesse van cliënten. Op een zorgboerderij in Zeeuws-Vlaanderen geven mensen met dementie Nederlandse les aan asielzoekers. Bij DemenTalentprojecten worden mensen met dementie weer actief in de samenleving, op basis van wat ze nog wél kunnen. Prachtig om te zien wat dit met mensen met dementie doet.”
Waar maakt u zich zorgen over?
„Dat mantelzorgers vaak met tientallen zorgverleners te maken hebben en als coördinator tussen de partijen fungeren. Waarom hebben wij het zorgsysteem zo ingewikkeld gemaakt? Laten we beginnen met het aanleggen van één gezamenlijk dossier.
Een ander punt van zorg is dat zo weinig mantelzorgers hulp vragen. Ze schamen zich voor het gedrag van hun partner en willen niet afhankelijk zijn. Dat laatste is mogelijk te ondervangen door mensen als het ware te laten ruilen. De buurvrouw zorgt een middag voor iemand met dementie, terwijl diens mantelzorger voor haar de was doet.”