Voorzitter Josef Schuster van de raad sprak die verwachting eerder deze week uit bij de opening van een driedaags congres in Berlijn over Joodse perspectieven op Luther. Bij de Reformatieherdenking in 2017 moet ook de kant van de Duitse reformator benoemd worden die „op geen enkele wijze te accepteren is”, vindt hij.

In zijn geschrift ”Over de Joden en hun leugens” roept Luther onder andere op om synagoges in brand te steken en huizen van Joden te verwoesten. Oud-raadsvoorzitter Nikolaus Schneider van de EKD verwacht dat zijn kerk inderdaad officieel afstand zal nemen van dergelijke uitspraken, zo zei hij. „Het lijkt me goed als we dat in overleg doen met de Centrale Raad voor de Joden.”

Voor Joden bestaat er alleen maar een anti-Joodse Luther, benadrukte Doron Kiesel, wetenschappelijk medewerker van de Zentralrat, in zijn openingstoespraak. Voor Joden is er geen „goede of slechte, jonge of oude Luther. Voor ons is er alleen de Luther wiens oproep om synagogen te verbranden en Joden te verdrijven diep in het Joodse bewustzijn is doorgedrongen.”

De vraag moet zelfs gesteld worden, vindt Kiesel, of Luthers gedachtegoed uiteindelijk „misschien in de gaskamers van Auschwitz eindigde.”

Lees ook:

Luther had beter kunnen weten

Maarten Luther heeft niet altijd gelijk

Een „Judenreine” Bijbel in Palestina

De dreiging van de denkbeeldige Jood