„Laten we eerst de term ”aflaat” afschaffen”
ROME. Schaf de term ”aflaat” af. Deze wekt negatieve gedachten op en belemmert het gesprek tussen Rome en de Reformatie. Dat stelde prof. Peter Walter, rooms-katholiek dogmaticus uit Freiburg, deze week op een conferentie over de aflaat in Rome.
In het Duits Historisch Instituut in Rome had deze week een conferentie plaats over de geschiedenis van de aflaat en de wijze waarop de Reformatie daarmee is omgegaan. Een internationaal scala aan historici en hoofdzakelijk rooms-katholieke theologen belichtte het fenomeen van de aflaat. Daarbij kwam niet alleen de geschiedenis aan de orde, maar ook de actualiteit.
Kardinaal Kurt Koch –in Rome de belangrijkste man wat de oecumene betreft– stelde dat de aflaat een schat van barmhartigheid is. Het gaat hier volgens hem om een groot goed, want het bepaalt ons bij de vrijheid van de mens om daden te stellen die ten dienste staan van zijn eigen heil en het heil van anderen. De gelovige kan namelijk met de aflaat iets doen voor hen die overleden zijn.
De aflaat was niet allereerst een verdienste, maar vooral een dienst aan de naaste, aldus Koch. Volgens hem trad Luther op tegen het misbruik van de aflaat, en de kardinaal moest erkennen dat het in die periode ook niet best ging met de kerk. Echter, omdat in deze conferentie de oorsprong van de aflaat aan de orde kwam, zag hij in deze academische bijeenkomst ook een herwaardering van de aflaat.
Christus alleen
Tijdens de conferentie klonken echter ook veel andere stemmen. Zo stelde Arnold Angenendt, hoogleraar in Münster, dat niemand kan boeten voor de zonden van de ander. Er is er maar Eén Die dat kan, en dat is Christus. Ook in de tijd voor Luther werd dat door velen al zo gezien. Degene die zondigt moet boete doen en niet iemand anders, want boete is een zaak tussen God en die ene zondaar.
Ook de kerk zelf waarschuwde voor het misbruik van de aflaat. In 1215 al verklaarde een concilie dat men met de handel in aflaten moest oppassen, omdat die de indruk zou kunnen wekken dat vergeving gemakkelijk te krijgen is.
Prof. Peter Walter, rooms-katholiek dogmaticus uit Freiburg, stelde dat er heel wat gewonnen zou zijn als de kerk de term ”aflaat” zou afschaffen. Deze wekt volgens hem alleen maar negatieve gedachten op en belemmert ook het gesprek tussen Rome en de Reformatie.
De lezingen maakten overigens wel duidelijk dat het te gemakkelijk is om de aflaat af te doen als alleen een financiële handel in genade. Mensen worstelden echt met hun schuld en wilden voldoen aan de eisen van boete. Ook was er een algemeen besef van verantwoordelijkheid voor hen die gestorven waren en dat vanuit de gedachte van het vagevuur en de invloed die de levenden daarop kunnen hebben. Probleem vandaag is dat het besef van schuldig te staan tegenover God ook bij kerkmensen sterk is afgenomen.
Luther
Een belangrijk moment tijdens de conferentie was de lezing van Volker Leppin, kerkhistoricus van de universiteit Tübingen. Hij beschreef hoe Luther met de kwestie van de aflaat omging. Het financiële gedoe was voor hem maar bijzaak, want het ging hem om de vraag hoe een mens van de persoonlijke schuld afkomt.
Ook theologen voor hem –rooms-katholieke dus– stelden dat de mensen beter op Christus gewezen konden worden dan dat hun een aflaat werd aanbevolen. Luther trok dat door en kwam ten slotte uit bij de constatering dat Christus de ware aflaat is. Als je Christus hebt, heb je de beste aflaat die er is.
De noodzaak van innerlijke boetedoening blijft bij Luther echter wel bestaan. De genade in Christus maakt geen luie gelovigen, maar mensen die berouw hebben en streven naar verzoening met anderen.
Na afloop van deze volle conferentie –met dertien plenaire lezingen per dag– werden de sprekers getrakteerd op een bezoek aan de geheime archieven van het Vaticaan.
De auteur is verbonden aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en projectleider van Refo500.