DC-symposium: Moderne mens kan het kwaad slecht plaatsen
Waarom moeten sommige mensen in deze kwade wereld lijden en anderen niet? Hoe verhoudt de kwade wereld zich tot een goede God? Voor de moderne mens zijn een goede God en een kwade wereld twee onverenigbare zaken.
Dat stelde dr. G. den Hartogh, predikant van de gereformeerde wijkgemeente De Ark te Krimpen aan den IJssel, zaterdag in zijn symposiumlezing voor de reformatorische studentenverenging Depositum Custodi in Bodegraven. In een tweede lezing ging prof. dr. W. van Vlastuin, rector van het Hersteld Hervormd Seminarie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, eveneens op deze vragen in.
In het denken van theologen en in dat van de moderne mens heeft volgens dr. Den Hartogh een fundamentele verschuiving plaatsgevonden. „De hedendaagse mens neemt geen genoegen meer met de traditionele antwoorden en dogmatische formules. Overkwam de gelovige vroeger tegenspoed en ongeluk, dan boog hij of zij zich onder de slaande hand Gods. Tegenwoordig roept diezelfde gelovige God ter verantwoording”, aldus de predikant.
Alleen het geloof in de God en Vader van Jezus Christus biedt een uitweg in pijn en lijden, en zo dit niet in het heden plaatsvindt dan toch zeker in de toekomst, stelde dr. Den Hartogh. „Als gelovigen temidden van een godloze wereld moeten we blijven spreken over een goede God. Gods goedheid valt immers samen met Zijn liefde.”
De kerkvader Augustinus heeft heel zijn leven geworsteld met de vraag over de oorsprong van het kwaad. Volgens hem zou het goede het uiteindelijk altijd winnen van het kwade. Calvijn definieerde het kwade als afwezigheid van het goede.
God is niet de auteur van het kwade, aldus Calvijn, maar de mens is door God in de gelegenheid gesteld om al of niet te kiezen voor het kwade en blijft volledig verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Het kwaad dat mensen overkomt in de gedaante van ziektes of natuurrampen is te beschouwen als een direct gevolg van de gebrokenheid van de wereld na de zondeval.
De reformatoren maken onderscheid tussen kwaad van de schuld en kwaad van de straf, zei dr. Den Hartogh. Kwaad als schuld komt voort komt uit onze zondige natuur. Kwaad als straf overkomt ons in allerlei vormen van ziekten en natuurrampen. Hoewel God niet de auteur van het kwaad is, laat Hij het wel toen. Het lijden ontgaat Hem niet. Volgens dr. Den Hartogh moeten we ons ook realiseren dat de satan binnen de door God gestelde grenzen heel veel leed teweeg kan brengen. „Maar het troost ons dat we vanuit de Schriften de belofte hebben dat aan deze wereld eens een einde zal komen. Er zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde gerealiseerd worden waarin onze goede God het kwaad definitief zal hebben uitgebannen.”
Lostrekken
Augustinus heeft nooit antwoord kunnen geven op de vraag naar de oorsprong van het kwaad, volgens prof. Van Vlastuin. Er wordt wel gezegd: als er een God is kan er geen kwaad bestaan. Er is kwaad, dus bestaat God niet. „Het is het meest gebruikte argument tegen het christendom”, aldus rector Van Vlastuin.
Augustinus handhaaft de almacht van God. Maar God is anders betrokken bij het kwaad dan bij het goede, zegt de kerkvader. Volgens Augustinus ontstaat het kwade waar het goede zich lostrekt van het hoogste goed. Gods goedheid betreft vooral de goedheid van Zijn rechtvaardigheid.
Ook de puriteinen hebben zich verwonderd over de goedheid van God. Dr. Van Vlastuin: „Zowel puriteinen als reformatoren hebben niet minder geleden dan wij, maar zij namen het uitgangspunt niet in de mens, maar in God. Tegenslagen zagen zij als een gelegenheid om de genade van lijdzaamheid, zelfverloochening en zachtmoedigheid te beoefenen.”