Kerk & religie

Voor het Lam

Openbaring 7:9b

Abraham Hellenbroek
22 May 2015 08:38Gewijzigd op 15 November 2020 19:07

„Staande voor de troon en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, en palm­takken waren in hun handen.”

Zó ziet Johannes hier de gezaligden als zijnde voor de troon en meteen ook voor het Lam. Want het Lam is in het midden van de troon.

Het is mogelijk dat de troon die Johannes zag enige ruimte en omvang heeft gehad, omdat er ook staat (Openbaring 3:21) dat Christus met Zijn Vader gezeten is in Zijn troon. Het is ook mogelijk dat het Lam dicht bij de troon was, binnen de halve cirkel die voor de troon werd gemaakt door de 24 tronen van de 24 ouderlingen. Zij die voor de troon stonden, stonden dus meteen ook voor het Lam. Onder het Lam moet de Heere Jezus worden verstaan, Die in het paaslam en andere offerlammeren van het Oude Testament afgebeeld werd en daarom steeds in de Openbaring „het Lam” genoemd wordt.

We moeten er nog wel op letten dat er gezegd wordt dat de grote schare die niemand tellen kon voor de troon en voor het Lam stond. Ongetwijfeld stond zij een weinig verder daarvan af dan de 24 ouderlingen en de 4 dieren, maar evenwel dichtbij genoeg. En toch ook voor de troon en voor het Lam. Er mogen trappen zijn in de gelukzaligheid in de hemel, maar toch zal de minste onder de schare van de gezaligden voor de troon zijn. Ook zal ieder er dicht genoeg bij zijn.

Abraham Hellenbroek, predikant te Rotterdam (”De Bijbelse keurstoffen”, 1738)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer