Binnenland

Kleinere auto het proberen waard

Overcapaciteit, noemen ze het in de landbouw. Een grote, dure machine die maar enkele keren per jaar wordt gebruikt. Terwijl een kleinere tractor 360 dagen per jaar voldoet. Dat voorbeeld kan bijna naadloos worden overgebracht op het autogebruik van veel gezinnen in de reformatorische gezindte.

Gerco Verdouw 

20 April 2015 09:32Gewijzigd op 15 November 2020 18:19

Eigen MPV, wel zo gemakkelijk. Foto RD

Landbouwers kiezen in de praktijk vaak voor de kleinere trekker en schakelen voor de dagen dat ze meer pk’s nodig hebben een loonbedrijf in. In de autowereld zijn mensen over het algemeen nog niet happig op die flexibiliteit.

Flexibele mobiliteit werkt en is beduidend goedkoper, zo bleek uit een drie maanden durende proef van deze krant. De 1600 kilo wegende Opel Zafira van een gezin met zes kinderen werd ingeruild voor een kleine Citroën C1 op benzine die ongeveer de helft weegt. Slechts één keer per maand moest er een andere auto bij gehuurd worden om met het hele gezin op pad te kunnen gaan. Alle andere dagen van de maand voldeed de kleine auto prima. Uit de kostenvergelijking blijkt dat er op deze manier in drie maanden tijd 547 euro is bespaard.

Duwtje in de rug

Sommige lezers kregen door de artikelen een duwtje in de rug. Zo twijfelden Arjan en Jeannette Harskamp uit Waddinxveen of ze een grotere auto moesten aanschaffen na de geboorte van hun zesde kindje. Nu houden ze hun huidige auto, een Peugeot 306 station, en regelen ze er indien nodig een auto bij. Het echtpaar gaat het eerst eens een poosje zo proberen. Wie weet kunnen ze wat extra sparen voor een uitbouw van de kamer.

Dat blijkt een juiste instelling: gewoon proberen die flexibele mobiliteit. Probeer die vaste lasten van de auto omlaag te krijgen of juist niet te laten stijgen. Probeer of een kleinere auto echt zo oncomfortabel rijdt als het vooroordeel nu luidt. Huur bijvoorbeeld gewoon een (deel)auto om te kijken hoe dat rijdt en hoe dat gaat. Als de brandstofslurpende MPV toch vervangen moet worden, maak een proefrit in een kleiner, zuiniger model. Wie weet kom je tot de conclusie dat het eigenlijk best goed te doen is.

Toch wel handig

Het proberen van flexibele mobiliteit kan voor ieder gezin anders uitpakken. De drie maanden met de C1 hebben bewezen dat een gezin zich prima met een kleine auto kan redden, maar dat het af en toe toch wel handig is om een grotere auto te hebben. Vooral op de onverwachte momenten, bijvoorbeeld als je er ongepland even met z’n allen op uit wil.

Dan moet er een afweging gemaakt worden tussen ”veel gemak met hogere kosten” aan de ene kant en ”wat minder gemak met lagere kosten” aan de andere kant. Voor een gezin met zes kinderen en familie die niet in de buurt woont, blijft een grote auto het gemakkelijkst.

Zaken die ook meespelen zijn gezelligheid, vakantie en omruilkosten. Met twee kleine auto’s op familiebezoek gaan, blijkt een stuk minder gezellig. Man en vrouw besturen elk een eigen auto en kunnen onderweg niet met elkaar praten. De kinderen vinden het wél fijner, omdat ze niet op een kluitje zitten.

Dat de vakantie eraan komt, speelt ook mee. Twee weken op vakantie zou betekenen twee weken een auto huren. Zeker als dat bij een bedrijf gebeurt, kunnen de kosten aardig oplopen en zo een deel van de besparing die het jaar door is behaald, tenietdoen.

Ten slotte kost een andere auto kopen ook altijd geld. De Zafira is met zijn 250.000 kilometer op de teller niet veel meer waard. En een autoverkoper wil op de verkoop van een kleinere auto nog wel wat winst maken, dus zal er altijd bijbetaald moeten worden.

Kortom, voor wie fors geld wil of moet besparen en het niet erg vindt om af en toe een extra auto te regelen, is teruggaan naar een kleinere auto dé oplossing.

www.ritjeweg.nl voor een prijsvergelijking tussen aanbieders van deelauto’s.

www.ikbenhopper.nl/autodelen

Een MPV