De internationale mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) deed begin dit jaar in de Iraakse stad Dohuk onderzoek onder twintig jezidische vrouwen en meisjes die wisten te ontsnappen uit handen van IS-strijders. Die ontvoerden augustus vorig jaar duizenden jezidi’s en namen veel meisjes en vrouwen mee als „oorlogsbuit.”

Het HRW-rapport staat vol met verhalen van vaak nog jonge meisjes die werden verkracht, vernederd, mishandeld, tot slavin gemaakt, uitgehuwelijkt en vaak als vee van de ene naar de andere eigenaar gingen.

IS houdt nog altijd veel vrouwen en meisjes vast in delen van Irak en Syrië. Ze zijn daar ondergebracht in woningen, hotels, fabriekshallen, boerderijen, schoolgebouwen, gevangenissen, kazernes en voormalige regeringsgebouwen.

De 12-jarige Jalila vertelde aan HRW dat „Arabische mannen” uit haar dorp haar en haar familie op 3 augustus overleverden aan IS. Vervolgens werden zij en haar zus en schoonzus van de anderen gescheiden en meegenomen.

„Mannen kwamen naar ons toe om ons te selecteren. We moesten gaan staan en ons lichaam laten zien. Als een meisje weigerde werd ze bont en blauw geslagen”. Jalila werd door een IS-strijder meegenomen en drie dagen lang seksueel misbruikt. Daarna werd ze vele malen verkocht aan andere strijders of weggegeven als geschenk.

Vanaf halftien

„Vanaf halftien ’s ochtend kwamen ze steevast naar ons toe om ons te verkrachten”, zegt de 20-jarige Dilara. „Ik zag voor mijn ogen hoe IS-strijders een meisje aan haar haren meesleurde en sloegen omdat ze weigerde mee te gaan. Nadat ze buiten was verkracht, werd ze teruggebracht en moest een ander meisje of vrouw mee.”

In het HRW-rapport worden ook gedwongen bekeringen beschreven. Zoals die van de 13-jarige Zara. „We moesten allemaal de islamitische geloofsbelijdenis opzeggen en werden dan tot moslim bestempeld.”