God vergeeft
Lukas 23:34a
„En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.”
Het is God Die ontslaat van schuld en straf. Er is ook vergeving onder de mensen, waardoor zij elkaar de misdaden vergeven. Ook is er een bedienend vergeven, waardoor de leraar van Christus, als Zijn mond en in Zijn naam, de vergeving afkondigt, of in zijn ambt de belofte van vergeving brengt tot boetvaardige zondaren. Maar niemand dan God alleen kan eigenlijk en volkomen de zonden vergeven.
In de eerste plaats en voornamelijk is de zonde tegen Hem bedreven. „Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd en gedaan wat kwaad is in Uw ogen” (Psalm 51:6). Daarom wordt zonde met een ander woord ”schuld” genoemd, schuld bij God. Zoals een geldschuld iemand veroordeelt tot het ondergaan van straf indien hij niet voldoet, zo maken onze zonden ons tot voorwerpen van straf. Niemand dan de schuldeiser kan de schuldenaar ontslaan, of de schuld kwijtschelden.
De vergeving is een daad van genade. „Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen uitdelg, om Mijnentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet” (Jesaja 43:25). En evenwel wordt zonde niet zó vergeven dat God in het geheel geen voldoening verwacht. Maar Hij verwacht niets van ons, omdat Hij een Borg voor ons heeft besteld, door Wie Hij is voldaan. „In Welke wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar de rijkdom Zijner genade” (Efeze 1:7).
John Flavel, predikant te Dartmouth
(”De zeven kruiswoorden”, 1664)