Kerk & religie

„Levensstandaard neemt toe; kerkbezoek loopt terug”

Godsdienstige gemeenschappen in de vroegere Sovjetrepubliek Kazachstan genieten op dit moment een grote mate van vrijheid, ook als zij niet zijn geregistreerd. Tot deze conclusie komt de Noorse nieuwsdienst Forum 18 na uitvoerig onderzoek.

Kerkredactie
12 February 2004 11:04Gewijzigd op 14 November 2020 00:57
ALMA-ATA – Straatbeeld in Alma Ata, de hoofdstad van Kazachstan. Alma Ata geldt als de meest kosmopolitische stad van Centraal Azië. In de voormalige Sovjetrepubliek Kazachstan lijkt op dit moment sprake te zijn van een relatief grote mate van godsdien
ALMA-ATA – Straatbeeld in Alma Ata, de hoofdstad van Kazachstan. Alma Ata geldt als de meest kosmopolitische stad van Centraal Azië. In de voormalige Sovjetrepubliek Kazachstan lijkt op dit moment sprake te zijn van een relatief grote mate van godsdien

Baptisten, moslims, Jehovah’s getuigen, hare krisjna’s, bahaigemeenschappen: alle melden ze momenteel geen problemen met de autoriteiten te ondervinden. Vooral het feit dat de laatstgenoemde drie groeperingen dit aangeven, is veelzeggend, stelt Forum 18. „In andere Centraal-Aziatische landen ervaren juist zij veel moeilijkheden.”

Kazachstan is wat oppervlakte betreft de grootste van de Centraal-Aziatische republieken. Qua inwonertal heeft het alleen Oezbekistan boven zich: volgens het staatscomité voor de statistiek telde Kazachstan vorig jaar 15 miljoen inwoners; Oezbekistan ruim 25 miljoen.

Kazachstan is de enige Centraal-Aziatische republiek waar etnische Russen -die historisch gezien tot de orthodoxe kerk behoren- bijna de helft van de bevolking uitmaken. Vermeldenswaard is ook dat de Kazachstanen, die tot voor kort een nomadisch bestaan leidden, over het algemeen geen fanatieke kerkleden zijn. De islam wordt door etnische Kazachstanen gepraktiseerd op een, aldus Forum 18, „oppervlakkig, alledaags niveau, en nauw verbonden met heidense rituelen.”

De meest toegewijde moslims zijn etnische Oezbeken. Dezen wonen vooral in de dunbevolkte zuidwestelijke regio’s, grenzend aan Oezbekistan. „Dit maakt de dreiging van islamitisch fundamentalisme veel minder acuut dan in andere Centraal-Aziatische staten.”

Nog een factor in Kazachstan die invloed heeft op de religieuze situatie, is het relatieve succes op economisch terrein. De republiek is de enige in de regio waar inmiddels een betrekkelijk omvangrijke klasse (zo’n 10 procent van de populatie) van welgestelde ondernemers woont. Nagenoeg alle door Forum 18 geïnterviewde personen verklaarden dat de levensomstandigheden beter worden. „Ik kan met zekerheid zeggen dat in de grote steden op zijn minst de levensstandaard verbetert”, aldus de voorzitter van een protestantse gemeenschap in Alma-Ata, Emmanuel Roman Dudnik. „Zo zie ik het, door simpelweg te kijken naar het aantal gemeenteleden dat naar de kerk komt. We hebben te maken met een afnemend aantal kerkgangers en dat verbind ik meteen met de toenemende welvaart.”

Een verklaring voor de grotere tolerantie ten opzichte van religieuze minderheden ligt, zegt Dudnik, ook in het hoge percentage buitenlanders (onder anderen zakenlieden) dat de laatste jaren in Kazachstan is komen wonen. Alma-Ata geldt als de meest kosmopolitische stad van Centraal-Azië. „In Kazachstan komen elke dag meer vreemdelingen. Daardoor verbreedt de horizon van mensen zich, met als gevolg dat zij toleranter worden richting andere geloofsovertuigingen.”

De Kazachse wet betreffende religieuze groeperingen bevat geen artikelen die discriminerend zijn voor niet-geregistreerde kerkleden. Zo hoeft een gemeenschap slechts tien afzonderlijke handtekeningen te tonen om zich te kunnen laten registreren - een van de laagste drempels in alle voormalige Sovjetrepublieken. Bovendien is registratie volgens de religiewet niet verplicht.

Toch, constateert Forum 18, lijkt de wet hier in tegenspraak te zijn met artikel 375 van de ”Code of administrative offences”. Dit artikel stelt onder meer „een weigering van leiders van religieuze gemeenschappen om deze te laten registreren” strafbaar. In het verleden hebben (lokale) overheden godsdienstige groeperingen op grond van dit artikel meermalen beboet of verbannen.

Volgens dr. Roman Podoprigora, een deskundige uit Alma-Ata op het terrein van de religiewetgeving, is de zinsnede ”weigering (…) te laten registreren” in de code niet helemaal duidelijk. „Persoonlijk geloof ik dat registratie van een religieuze gemeenschap niet verplicht is. Niettemin leggen de rechtbanken boetes op aan leden van de Internationale Raad van Kerken van Evangelische Christenen/Baptisten, voor wie registratie om ideologische redenen onacceptabel is.” Maar, merkt hij dan op, dergelijke incidenten zijn zeldzaam geworden. „Het achterliggende jaar heb ik geen enkel geval vernomen.”

Achtmaal probeerde het parlement van Kazachstan de religiewet via amendementen aan te scherpen, voor het laatst in 2002. Onder grote druk van internationale en plaatselijke mensenrechtenorganisaties sprak de constitutionele raad in april van dat jaar echter uit dat de nieuwe wet in tegenspraak was met de grondwet - en werd ze teruggetrokken.

Tot vorig jaar ondervonden niet-geregistreerde groeperingen herhaaldelijk moeilijkheden. Zo werd tegen de baptistenvoorganger Sergey Nizhegorodtsev in het district Zharma, Oost-Kazachstan, een rechtszaak aangespannen voor het niet-betalen van een boete in februari 2002. Deze was hem opgelegd voor zijn weigering de gemeente te laten registreren. In mei 2003 werd de aanklacht echter ingetrokken.

Ook andere baptistenleiders in Oost-Kazachstan kregen met rechtszaken te maken. Hun gemeenten zijn alle aangesloten bij de Raad van Kerken van Evangelische Christenen/Baptisten, die registratie afwijst.

Het afgelopen jaar hebben zich, constateert Forum 18, geen incidenten met betrekking tot niet-geregistreerde religieuze gemeenschappen voorgedaan. „In feite kunnen we zeggen dat sinds de constitutionele raad heeft uitgesproken dat de nieuwe religiewetgeving in strijd was met de grondwet, de situatie als het gaat om de vrijheid van godsdienst aanzienlijk is verbeterd en nu zo goed als perfect is”, verklaarde Ninel Fokina, hoofd van het Helsinki Comité in Alma-Ata, een mensenrechtenorganisatie.

De woorden van Anatoli Melnik, lid van de bestuursraad van Jehovah’s Getuigen in Kazachstan, komen daarmee overeen: „Direct nadat de constitutionele raad het nieuwe wetsvoorstel afwees, stopten de repressieve maatregelen tegen ons. De omstandigheden in Kazachstan zijn momenteel bijna perfect.”

Alleen aanhangers van de hare-krisjnabeweging berichten hier en daar tegenwerking te ondervinden van overheidszijde. „In een kosmopolitische stad als Alma-Ata zijn geen problemen”, zei een woordvoerder. „Maar in landelijke gebieden irriteert onze onorthodoxe uiterlijke verschijning en manier van leven de autoriteiten. Hun mentaliteit kan mensen zoals wij niet tolereren.”

Radzjan Bajzijigitov, die vorig jaar sprak op een ontmoetingsdag van de stichting Friedensstimme, merkte bij deze gelegenheid op dat „we de laatste twee jaar in het gebied waar ik woon, Oost-Kazachstan, relatief veel vrijheid hebben; al gebeurt het nog steeds dat plaatselijke gemeenten worden verstoord en er boetes worden uitgedeeld.”

Bezorgd zei hij echter niet zozeer te zijn over de tegenwerking die christenen ondervinden, „maar of de godsdienstige duisternis blijft: dat zou het ergste voor Kazachstan zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer