Opinie

Commentaar: Politiek systeem, met twee Kamers, vertoont mankementen

Onlangs interviewde Volkskrant Magazine columniste Sheila Sitalsing. Een van de vragen luidde hoe zij aankijkt tegen het kabinet-Rutte II. Het antwoord was boeiend. Jarenlang klaagden pers en politiek dat grote maatschappelijke problemen, zoals de kosten van de zorg, de pensioenleeftijd, de AOW en de hypotheekrenteaftrek maar niet werden aangepakt, aldus Sitalsing. „En nu gebéúrt het. Dit kabinet pakt alles aan. (...) Het stelt doelen en haalt die. Dat vind ik bewonderenswaardig.”

Hoofdredactioneel commentaar
19 March 2015 16:56Gewijzigd op 15 November 2020 17:31
VVD'er Hermans en CDA'er Brinkman als lijsttrekker voor hun partij voor de Eerste Kamer, beeld ANP.
VVD'er Hermans en CDA'er Brinkman als lijsttrekker voor hun partij voor de Eerste Kamer, beeld ANP.

De VK-columniste spreekt hier uit wat velen zullen beamen. Desondanks kreeg datzelfde kabinet gisteren bij de Statenverkiezingen klop.

Dat is voor zijn belangrijkste architecten, Rutte en Samsom, een bittere pil. Ondank is ’s werelds loon. Bovendien: daadkrachtig verder regeren wordt voor VVD en PvdA nu zeer bemoeilijkt.

En dat roept in dit geval toch wel vragen op over het functioneren van ons politieke systeem. Zeker, een wezenlijk kenmerk van een democratie is dat kiezers eens in de zoveel tijd hun onbehagen over een regering mogen laten blijken door die een electorale afstraffing te bezorgen. Maar hét grote probleem in ons huidige tweekamerstelsel is dat door de wispelturigheid van de kiezers, de Senaat steeds vaker een bedreiging vormt voor een daadkrachtig landsbestuur.

Toegegeven, op zichzelf bezien is het gewenst dat een land, via een tweekamerstelsel, beschikt over voldoende checks and balances. Maar aan de andere kant moet een kabinet, dat gebaseerd is op de verkiezingsuitslag voor de Tweede Kamer, op basis van dat mandaat wel een fatsoenlijke periode kunnen regeren. Als een coalitie, zoals we de laatste jaren zagen gebeuren of bijna zagen gebeuren, telkens halverwege de rit verlamd raakt doordat kiezers, die indirect de Senaat kiezen, inmiddels weer van mening zijn veranderd, moeten we ons achter de oren krabben. Is dit wat we willen? Willen we Amerikaanse toestanden, waarbij een verschillende samenstelling van de Senaat en het Huis van Afgevaardigden bestuurlijke daadkracht enorm kan hinderen?

Deze vraag klemt temeer daar de opkomst bij de Statenverkiezingen doorgaans laag is, waardoor de situatie ontstaat dat een orgaan met een minder sterk democratisch mandaat, te weten de Eerste Kamer, leidend wordt bij de vraag welke coalities mogelijk zijn. Tel daar nog bij op de ondoorzichtige manier waarop Statenleden in mei de Senaat kiezen –met politici die strategisch of uit domheid op een andere partij stemmen–, en het is duidelijk dat ons systeem in meerderlei opzicht mankementen vertoont.

Wat dan? De Eerste Kamer afschaffen? Dat zeker niet. Daarmee verlies je functies –controle van wetten op grondwettelijkheid, juridische consistentie en uitvoerbaarheid– die in een rechtsstaat onmisbaar zijn. Maar onder een brede bezinning op onze totale democratie komt de politiek de komende tijd niet uit. Mocht Rutte –als hij de ruimte krijgt door te regeren– niet meer weten wat hij, behalve het belastingstelsel, nog kan beetpakken, dan ligt hier iets waarin hij zijn tanden kan zetten. Zodat journalisten zoals Sitalsing over twee jaar met bewondering kunnen zeggen: „Zelfs dát probleem heeft die man aangepakt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer