Opinie

Bonhoeffer miskent toepassing heil

Dietrich Bonhoeffer wordt momenteel veel te kritiekloos geaccepteerd, stelt dr. C. A. van der Sluijs. Hij vermengde Wet en Evangelie.

dr. C. A. van der Sluijs
18 March 2015 13:06Gewijzigd op 28 February 2023 16:01
beeld Staatsbibliotheek Berlijn
beeld Staatsbibliotheek Berlijn

Vorige week organiseerde de Christelijke Hogeschool in Ede (CHE) een symposium over de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer (RD 13-3). Hierbij werd er over het algemeen positief over hem gesproken, zoals de laatste tijd vaker gebeurt. Tegelijk werd vastgesteld dat hij niet direct in een gereformeerd kader past. Maar moeten dan niet alle alarmbellen gaan rinkelen? Of is de gereformeerde theologie inmiddels facultatief geworden, een vrije optie voor wie zich erdoor voelt aangesproken?

Ik meen dat ook in de theologie alles met alles samenhangt. En Bonhoeffer vervangt het Evangelie heel subtiel door de Wet.

Monisme

Bonhoeffer stond duidelijk onder invloed van de Zwitserse theoloog Karl Barth. Die zag in menselijke godsdienst en religie zonder genade alleen maar een vorm van hernieuwd heidendom. Voor hem kwam het Woord van God loodrecht van boven („Senkrecht von oben”). Bonhoeffer probeerde deze visie vruchtbaar te maken voor de secularisatie die hij profetisch voorzag, en pleitte voor een zogeheten „religieloos christendom.”

Barths visie leek op het ”sola gratia” (alleen door genade) en ”sola fide” (alleen door geloof) en scheen dus goed reformatorisch. Maar zijn theologisch denken miste ten enenmale een plaats voor de toepassing van het heil (”applicatio salutis”) door de Heilige Geest, terwijl hieraan in de gereformeerde theologie juist altijd zorgvuldig aandacht is besteed. Woord en Geest zijn bij Barth vereenzelvigd. Bij de Reformatie zit er spanning tussen, al is dit bij Luther minder dan bij Calvijn. Maar samenvallen doen ze niet. Waar dit wel gebeurt, ontstaat een christusmonisme. Het heil zou dan al volkomen in Christus vastliggen, de toepassing is van geen belang meer.

Dit monisme van Barth zet zich door bij Bonhoeffer. Ook bij hem ontbreekt het trinitarische denken, dat wil zeggen het theologiseren vanuit de Drie-enige God, dus vanuit Woord en Geest in hun onderscheidenheid.

Bonhoeffer liet zijn leven onder het Hitlerregime en betrachtte daarmee de eenheid van leer en leven op zijn wijze tot op het schavot. Maar in zijn theologische doordenking ontkwam hij niet aan een zeker wetticisme, door zijn nadruk op het ”Gebot der Stunde”. Uit een bepaalde situatie, zoals die onder het Hitlerregime, zou rechtstreeks een gebod van God tot ons spreken dat we zouden moeten navolgen om voor God gerechtvaardigd te zijn.

Bij Luther lag het accent op de persoonlijke doorleving van de rechtvaardiging van de goddeloze, die daarmee per verrassing een genadige God ontmoette. Daaruit ontspon zich de heiliging van het leven spontaan. Dit hoogst persoonlijke doorleven van de genade, alleen door het geloof, en alleen door het Woord, staat garant voor verlossing. Deze doorleving kon bij Luther nooit vervangen worden door een bepaalde politieke of sociale dadendrang. Daarom is de theologie van Bonhoeffer niet een-op-een te vergelijken met die van Luther, al dacht hij zelf van wel. Bonhoeffer verplaatst de spanning van de rechtvaardiging naar de heiliging.

Door het christusmonisme is er geen spanning meer in de rechtvaardiging. De spanning moet dan tot spreken komen in de heiliging (eventueel tot de dood erop volgt).

In zijn brieven vanuit de gevangenis zocht Bonhoeffer naar een „wereldlijke interpretatie” van de Bijbelse begrippen. We moeten „werelds” leren spreken over God, over verzoening, over wedergeboorte en opstanding, en over de Heilige Geest. We zouden de betekenis van Christus’ verlossing niet meer moeten zoeken in een eeuwigheid na de dood, maar in het aardse bestaan. De verlossing is historisch, aan deze zijde van het graf. Daarmee opende hij een deur voor de verwereldlijking (in het Duits spreekt men wel over ”Diesseitigkeit”) van kerk en theologie en werd deze een feit.

De kerk zoals Bonhoeffer die voor zich ziet is een voorhoede van een wereldrevolutie die het Messiaanse heil helpt voorbereiden. De kerk draagt haar naam volgens hem alleen dan terecht wanneer ze uitsluitend voor anderen bestaat. Bonhoeffer maakt hier gebruik van het theologische begrip ”plaatsbekleding”, maar zet dat in een sociologisch kader. Dat is de grondfout.

Trend

Maar dat is wel in grote lijnen Bonhoeffers gedachtegang. De secularisatie die bestreden moest worden, werd zo verabsoluteerd. Omdat het wonder van de persoonlijk toegepaste genade afwezig is. Bonhoeffer heeft het proces van verwereldlijking in de kerk zich zien voltrekken, maar niet doorzien. Zijn pleidooi voor een daadchristendom is in wezen niets anders dan een verval van wat in de tijd van de Reformatie geestelijk en verinnerlijkt verstaan is naar het uiterlijke en het seculiere (wereldse). De eeuwigheid verdampt, en daarmee uiteindelijk ook de kerk.

Ooit sprak dr. W. Aalders van „de aan ketterij grenzende theologie van Bonhoeffer.” Helaas moet worden vastgesteld dat Bonhoeffer in de belangrijkste gereformeerde beweging in ons land, na een aanvankelijke wezenlijke aarzeling, momenteel bijna kritiekloos wordt aanvaard als het alternatieve eigentijdse concept voor Luther en Kohlbrugge. Maar niets is minder juist, omdat heel subtiel het Evangelie vervangen wordt voor de Wet. Daarmee wordt de huidige impasse in het theologisch denken niet doorbroken, maar juist als zodanig aan de kaak gesteld. De huidige Bonhoeffer­acceptatie is een manifestatie en bevestiging van een trend.

De auteur is hervormd emeritus predikant.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer