Kerk & religie

Eigendunk

Mattheüs 26:32

Meinardus Antonides
18 March 2015 07:20Gewijzigd op 15 November 2020 17:27

„Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.”

O, onberouwelijke liefde van Jezus: die van Hem afdwalen uit zwakheid, tot hen wil Hij terugkomen in barmhartigheid.

Die trouwe Herder, Die voor Zijn schapen Zijn leven overgeeft in de dood (Johannes 10:11), zal hen veel meer behouden na Zijn dood en opstanding (Romeinen 5:10). Maar helaas, al deze trouwhartige waarschuwingen van de Heere Jezus hadden in deze tijd op het hart van Zijn apostelen geen uitwerking. Want Petrus antwoordde hierop zeer onbezonnen en hoogmoedig: „Al werden zij ook allen aan U geërgerd, ik zal geenszins aan U geërgerd worden.”

Ziehier Petrus’ vleselijke zelfverheffing, gepaard met verachting en liefdeloosheid tegenover zijn medebroeders, als was hij alleen een onbezweken held en als was hun liefde en getrouwheid tot Jezus minder of twijfelachtiger dan de zijne.

Zie zijn zeer grote onvoorzichtigheid, terwijl hij niet bedacht: „Die zich aangordt, beroeme zich niet als die zich losmaakt” (1 Koningen 20:11). Hij spreekt ongelovig Jezus’ eigen voorzegging en het profetisch woord tegen. Laatdunkend vertrouwt hij op zichzelf en op zijn eigen krachten. Want Petrus meldt niet één woord over de bijstand van de Heilige Geest. Nog minder bad en smeekte hij daarom. Des te zondiger en dwazer was zijn zelfvertrouwen, omdat hij zich beroemde op de toekomst, terwijl hij niet wist hoe zwaar die verzoekingen voor hem zouden zijn, temeer daar Jezus hem zo gewaarschuwd had voor de satan (Lukas 22:31).

Meinardus Antonides,

predikant te Onderwierum en Westerdijkshorn

(”Schriftmatige verklaring”, 1753)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer