Commentaar: Eerlijke seksuele voorlichting: niet te vroeg, niet te laat
Alles weten maakt niet gelukkig. Een amendement op deze volkswijsheid zou kunnen luiden: te vroeg of te jong alles weten maakt zeker niet gelukkig. Daardoor kunnen mensen of kinderen innerlijk in verwarring raken. Ze weten geen raad met de kennis die ze hebben opgedaan.
Toch lijken sommige pedagogen en onderwijsdeskundigen daar anders over te denken. Sprekend voorbeeld daarvan is het lespakket dat Rutgers WPF –het Nederlandse kenniscentrum voor seksualiteit– recent aan basisscholen heeft aangeboden. Daarin zijn lessen opgenomen waarmee kinderen in groep 1 en 2 uitgelegd kan worden hoe het menselijk leven ontstaat in de moederschoot. Om het helder te zeggen: lessen seksuele voorlichting voor kleuters.
Het gevaar bij zo’n bericht is dat dit aanleiding is voor pikante opmerkingen of tot hoongelach. Beide onderstrepen dat goede voorlichting geen overbodige luxe is. Te vaak wordt over seksualiteit op een badinerende manier gesproken. Dat past niet. Bovendien is het een teken van geestelijke onrijpheid wanneer je als volwassene direct grappen denkt te moeten gaan maken als het over seksualiteit gaat.
Het andere uiterste is ergernis tonen over de mailing met het lesaanbod door Rutgers WPF. En die valt op zich te begrijpen. Wie even nadenkt over het bevattingsvermogen van een jong kind zal inderdaad snel tot de conclusie komen dat een vijf- of zesjarige leerling nog niet toe is aan een uitgebreide uitleg van het ontstaan van menselijk leven. De moderne opvattingen over seksuele voorlichting gaan ervan uit dat dit wel zo is. Op die gedachte is het pakket van Rutgers WPF gebaseerd.
En toch… te vroeg is niet goed. Dat kan leiden tot verwaring bij jonge kinderen. Maar te laat is ook niet verstandig. Hoeveel ouderen van nu hebben hun seksuele voorlichting destijds niet gekregen tijdens de omgang met vrienden op straat? Men kan weleens gemakkelijk stellen dat er vroeger meer schaamtegevoel was dan nu. Dat zal waar zijn. Maar het idealiseren van het verleden is ook een valkuil. Kameraden gaven toen elkaar op platvloerse wijze voorlichting en ouders zwegen.
Voorlichting moet niet te vroeg en zeker ook niet te laat gebeuren. Daarbij is dit primair een taak van de ouders. Die dat overigens vaak heel moeilijk vinden. Ook al zijn er op de christelijke boekenmarkt prima hulpmiddelen. Maar ondanks dat gevoel zich eigenlijk niet bekwaam te voelen voor deze taak, zijn ouders de eerst aangewezenen. Zij weten immers ook wanneer hun kind eraan toe is.
Dat laatste luistert nauw. De leeftijd die Rutgers WPF voorstelt, is duidelijk te vroeg. Een kleuter is er echt nog niet aan toe te weten hoe een baby in de buik van de moeder komt. Tegelijkertijd nog steeds zijn er ouders die te lang wachten. En dat is schadelijk.
Was het vroeger zo dat veel jongeren op straat werden bijgepraat (en meestal niet op een kiese manier), vandaag de dag kunnen kinderen via internet veel wijzer worden. Dat mogen ouders niet laten gebeuren. Dan geven ze hun kinderen over aan een verseksualiseerde hersenspoeling die blijvende schade aanricht aan het gevoelsleven van hun kind.