De filialen van Islamitische Staat
Over het aantal strijders dat bij Islamitische Staat is betrokken, circuleren sterk uiteenlopende cijfers. De strijd tegen de groep lijkt vooralsnog echter weinig succesvol en de jihadistische ideologie werkt als een krachtig wereldwijd bindmiddel.
De Verenigde Staten gaan ervan uit dat IS in Syrië en Irak zo’n 20.000 actieve strijders telt, maar in het Midden-Oosten circuleren er heel andere getallen.
Een adviseur van de Koerdische president Barzani, Fuad Hussein, is er bijvoorbeeld van overtuigd dat IS ten minste 200.000 strijders moet hebben. Volgens hem is het anders niet te verklaren dat IS op talloze fronten in een gebied met de omvang van Groot-Brittannië tegelijkertijd kan vechten.
Ook de schattingen van het aantal Europese strijders binnen IS lopen sterk uiteen. De Franse premier Manuel Valls waarschuwde zondag dat er eind dit jaar wellicht 10.000 Europeanen als jihadist in Syrië en Irak zullen vechten. De Spaanse krant El Pais meldde vorige maand echter dat volgens de Spaanse politie allang tienduizenden Europeanen in de IS-gelederen zijn opgenomen.
Deskundigen op het gebied van contraterrorisme noemen IS wel een nieuwe versie van al-Qaida, en bij gebrek aan harde feiten loont het de moeite om de ontwikkeling van deze beweging onder de loep te nemen. Hieruit kunnen dan wellicht lessen worden getrokken over de toekomst van IS.
Al-Qaida begon als een eenduidige organisatie met een eigen territorium in Afghanistan dat eind 2001 verloren ging. Na de dood van al-Qaidaleider Osama bin Laden gingen velen ervan uit dat de beweging snel ter ziele zou gaan. Maar in de praktijk ontwikkelde al-Qaida zich tot een gedecentraliseerde organisatie met wereldwijde filialen. Dat kon gemakkelijk omdat al-Qaida vooral een ideologie was die in heel verschillende omstandigheden vorm gegeven kon worden.
Hetzelfde proces is nu al binnen IS in volle gang, en sommigen denken zelfs dat de IS-afdeling in Libië de moederorganisatie in Syrië zal gaan overvleugelen. Andere afdelingen tellen intussen maar weinig leden en hebben weinig invloed. Het grote verschil met al-Qaida is dat de laatste steeds in utopistische termen sprak over de oprichting van een kalifaat als einddoel. De IS daarentegen wist dit verlangen te realiseren. Dit bracht wereldwijd een soms welhaast messiaanse geestdriftigheid teweeg die niet moet worden onderschat.
Deze sterke ideologie is de krachtbron voor IS. Op de kortere termijn is vooral het militaire aspect van de strijd tegen IS echter van belang. Grote successen lijken daarin niet te worden geboekt.
Sinds de anti-IS-coalitie september 2014 van start ging, heeft het Amerikaanse leger in Irak speciale kampen opgericht om Iraakse soldaten te trainen voor de strijd tegen IS. Volgens Iraakse bronnen blijkt dit echter bepaald geen succes te zijn.
De strijd tegen IS concentreert zich intussen vooral in Irak, wat IS in staat stelde om vooral in Syrië zijn expansie voort te zetten. Het door IS gecontroleerde territorium in Syrië is sinds september 2014 bijna verdubbeld.
Onder leiding van Saudi-Arabië zijn ook Arabische landen gaan participeren in de strijd tegen IS. Complicerende factor daarbij is echter de rol van Iran. Het valt niet uit te sluiten dat sommige Arabische landen in de IS weliswaar een gevaar zien, maar tevens een effectief instrument tegen aartsvijand Iran.
Tijdens zijn verkiezingscampagne in 2012 verklaarde de Amerikaanse president Barack Obama voordurend dat al-Qaida „op de vlucht was” en „praktisch verslagen.” Het lijkt verstandig om deze fout niet te herhalen met betrekking tot IS.
Syrië
Na het begin van de Syrische burgeroorlog in maart 2014 stuurde de Iraakse beweging Islamitische Staat in Irak vertegenwoordigers naar Syrië. Die richtten daar het al-Nusrafront op. Tot februari 2014 onderhielden beide organisaties nauwe banden en beschouwden zich feitelijk als één geheel. Al-Nusra kon zich uiteindelijk echter niet vinden in de barbaarse moordpraktijken van Islamitische Staat in Irak en verbrak de betrekkingen. De huidige Islamitische Staat controleert nog altijd grote delen van Syrië en bestrijdt samen met al-Nusra de gemeenschappelijke vijand in de vorm van het regeringsleger van president Bashar al-Assad.
Jemen
Strijders van al-Qaida op het Arabisch Schiereiland (AQAP) spraken begin dit jaar hun loyaliteit aan Islamitische Staat uit, nadat ze het gezag van het IS-kalifaat eerder nog hadden verworpen. De groep wordt beschouwd als een van de krachtigste onderdelen van het wereldwijde netwerk van al-Qaida en heeft naar schatting meer dan duizend strijders, onder wie tientallen buitenlanders. AQAP vecht momenteel vooral tegen rebellen van de sjiitische Huthistam die recent de controle over de hoofdstad Sanaa overnamen. Afgezien van AQAP zwoeren ook diverse soennitische splintergroeperingen trouw aan IS.
Irak
Islamitische Staat vond zijn oorsprong in Irak. In 1999 richtte de Jordaniër Abu Musab al-Zarqawi de Organisatie voor Monotheïsme en Jihad op. De beweging zou later diverse keren van naam veranderen. In 2004 zwoer Zarqawi trouw aan de terreurgroep al-Qaida van Osama bin Laden. In 2011 begon de groepering, die inmiddels Islamitische Staat in Irak heette, zich actief met de burgeroorlog in Syrië te bemoeien. In juni 2014 doopte de organisatie zichzelf om tot IS en riep een kalifaat in Syrië en Irak uit, onder leiding van Abu Bakr al-Baghdadi.
Libanon
Libanon is van oudsher een kruitvat waar zeer snel de vlam in de pan kan slaan. De schimmige Liwa Ahrar al-Sunna in Baalbek –in het hart van de Bekavallei– verklaarde zich vorig jaar loyaal aan IS. De soennitische groepering stelt numeriek niet veel voor, maar bleek in maart vorig jaar toch in staat tot het plegen van een bloedige aanslag met een autobom bij een controlepost aan de grens met Syrië. Daarbij kwamen zeker drie Libanese militairen om het leven en raakten vier anderen gewond.
Afghanistan en Pakistan
Met veel bombarie kondigde IS op 26 januari aan dat het in Afghanistan een afdeling had opgezet, die als bruggenhoofd zou gaan fungeren voor de regio, aangeduid met Khorasan, een oude term voor een gebied dat Afghanistan, oostelijk Iran, Pakistan en een deel van Centraal-Azië omvat.
De IS-vreugde om het Khorasanfiliaal duurde niet lang, want op 9 februari maakt een Amerikaanse drone een eind aan het leven van Rauf Khadem. Dat was zeker geen toeval: hij was de man die de IS-macht in Afghanistan moest gaan uitbouwen vanuit de provincie Helmand, in het zuiden van Afghanistan. Sinds Khadems dood is de IS-cel in Afghanistan –bestaande uit zo’n 1000 strijders– stuurloos.
Khadem was een ervaren talibanleider die onder zijn makkers binnen de taliban in ongenade viel. Uit vrees voor verdere marginalisering bood hij aan om voor IS een Afghaans filiaal te openen.
Dat laatste typeert de opstelling van andere pro-IS-militanten in Afghanistan en Pakistan, die vooralsnog vooral uit de Pakistaanse taliban (TTP) afkomstig zijn. Pragmatisme en niet ideologische verwantschap zijn dus drijfveren om IS-strijder te worden.
Mogelijke onvrede onder de Afghaanse bevolking in talibangebieden kan IS evenwel kansen geven om aanhang te vergaren en ook rammelen met de goed gevulde geldbuidel zou daarbij kunnen helpen.
Dat neemt niet weg dat een verdere opmars van IS kan rekenen op fel verzet van de taliban én van de centrale Afghaanse regering in Kabul: de twee worden vanwege de mogelijke IS-dreiging zelfs naar elkaar toe gedreven.
Filipijnen
In de Filippijnen doen tal van geruchten de ronde dat IS ook daar bezig is met een opmars, en dan vooral vanuit het islamitische en vanouds rebelse eiland Mindanao, in het zuiden.
Twee islamitische rebellengroepen hebben zich daar loyaal verklaard (officieel aangeduid met ”bay’at”) met IS: de Abu Sayyaf Group (ASG) en de Bangsamoro Islamic Freedom Movement (BIFM). Neem die bay’ats met een fikse korrel zout, adviseren deskundigen: Abu Sayyaf is een ordinaire roversbende die leeft van losgeld van ontvoeringen en die te pas en te onpas religie en ideologie erbij haalt om nog wat meer te lijken dan een criminele organisatie.
Voor BIFM geldt dat hij vooral drijft op lokale conflicten, waarbij leden ook nog eens gemakkelijk van groep wisselen.
India
In India is van de 1,2 miljard inwoners bijna 80 procent hindoe en ruim 14 procent moslim, en dat is goed voor een kleine 200 miljoen zielen. Groot was dan ook de schrik toen al-Qaida eind vorig jaar aankondigde een filiaal in India te openen. Volgens deskundigen was dat een wanhopige poging om het imago op te vijzelen, omdat al-Qaida in de schaduw van IS dreigt te komen.
Zowel voor al-Qaida als voor IS is er vooralsnog weinig te halen in India, omdat moslims er vooral gematigdheid uitstralen. Dat houdt verband met het feit dat arabisering en daarmee radicalisering van de islam in India nog nauwelijks aan de orde is, net als in grote delen van Indonesië.
In India heeft de in 2013 opgerichte groep Ansar-ut Tawhid fi Bilad-Hind (Voorvechters van het monotheïsme in het land India) zich loyaal verklaard aan IS. Het is onduidelijk hoe groot de groep precies is.
Nigeria
In Nigeria heeft terreurbeweging Boko Haram zich afgelopen weekend onder het gezag van IS geplaatst. Wat dit in de praktijk zal betekenen is nog onduidelijk. Het is echter duidelijk dat IS profijt kan trekken van een gevreesd en krachtig filiaal in Afrika.
Boko Haram telt volgens uiteenlopende schattingen tussen de 6000 en de 10.000 leden, maar heeft te kampen met een sterk offensief van het Nigeriaanse leger en dat van buurlanden. Voor Boko Haram lijkt de alliantie met IS dan ook vooral een propagandastunt te zijn, in de hoop nieuwe rekruten te werven. In wreedheid komen beide groepen overeen.
IS heeft de eed van trouw vanuit Nigeria inmiddels geaccepteerd. „We kondigen het goede nieuws aan van de expansie van het kalifaat naar West-Afrika”, liet een woordvoerder van IS in een videoboodschap weten.
Libië
In Libië hebben zich sinds afgelopen zomer verschillende groepen onder de vleugels van IS geschaard, waaronder de Islamic Youth Shura Council. Er is sprake van directe bemoeienis vanuit Syrië en Irak met de IS-afdeling in Libië. Sinds vorige maand bezet de Libische afdeling van IS verschillende steden in het land.
Wereldwijd wordt er met argusogen naar de ontwikkelingen in Libië gekeken. Het land is intern sterk verscheurd en van die chaos kan IS profiteren. IS kan bovendien aansluiten bij radicale stromingen binnen de islam, die al langer in delen van Libië prominent aanwezig zijn. De aanwezigheid van IS in Libië baart westerse landen extra zorg, omdat het een uitvalsbasis kan worden voor aanvallen in Europa.
Egypte
Terreurgroepen in de Egyptische Sinaï sloten zich al vroeg aan bij IS. De groep Ansar Beit al-Maqdis wendde zich eind juni al tot IS en veranderde zijn naam. Later volgde ook de groep Jund al-Khilafah in Egypte.
Het IS-filiaal in Egypte heeft diverse aanslagen gepleegd, met name op veiligheidsbeambten, zoals politie en militairen. In januari kwamen er zeker 26 mensen om het leven bij diverse aanslagen, kort na elkaar.
In feite doet de Egyptische afdeling van IS daarmee wat ze al langer deed. Sinds de verdrijving van president Mohamed Morsi in 2013 hebben islamitische extremisten al honderden militairen in de Sinaï om het leven gebracht.