Volgens Rutte was de sfeer vrijdag op zich goed en is die altijd goed binnen het kabinet. „Maar we zijn toch allemaal geraakt door het feit dat twee bijzondere collega’s - allebei behoorlijke characters - er niet zijn.” Ook PvdA-collega’s waardeerden het tweetal volgens hem persoonlijk „en in de meeste gevallen kwamen we er ook politiek goed uit.”

Het vertrouwen dat Rutte vorige week nog uitsprak in Opstelten had volgens hem te maken met diens effectiviteit en bestuurskracht. „Hij en Teeven zijn erin geslaagd om eigenlijk alle afspraken die bij de start van het kabinet zijn gemaakt, uit te voeren. De Nationale Politie is ingevoerd, de positie van het slachtoffer is versterkt en het aantal overvallen en woninginbraken is afgenomen.” Volgens hem is Nederland „onder leiding van deze twee kerels aanzienlijk veiliger geworden.”

Maar er ontstond volgens de premier „een kardinaal probleem” tussen Opstelten en de Tweede Kamer dat draaide om de vertrouwensregel. „In de loop van maandag was mijn gevoel dat het heel moeilijk zou worden. Daar hebben we over gesproken en we hebben samen de conclusie getrokken.” Teeven stapte zelf op omdat hij loyaal wilde zijn aan Opstelten.

Rutte wilde niets zeggen over de opvolging van de twee.