Grieken willen wel praten, maar niet buigen
BRUSSEL. De Grieken willen het overleg met de andere eurolanden over verdere financiële steun weer oppakken. Maar dat alleen biedt geen soelaas om de patstelling te doorbreken. Zij lijken vooralsnog namelijk niet bereid te accepteren dat zij de in de afgelopen jaren afgesproken bezuinigingen en hervormingen moeten voortzetten.
Dinsdagavond meldde onder meer een Griekse krant, op gezag van bronnen in Brussel, dat de regering in Athene woensdag zou vragen om een verlenging van de noodhulp. Die loopt anders eind februari, volgende week zaterdag, af. In dat geval gaat de geldkraan dicht. De Grieken spreken voor de periode daarna over een „leenovereenkomst.” „We onderzoeken welke mogelijkheden er zijn”, verklaarde een anonieme regeringsvertegenwoordiger. Zij streven naar een overbruggingskrediet voor een aantal maanden, waarmee tijd wordt gewonnen voor onderhandelingen met Europa over een nieuw contract, met een in de richting van hun wensen aangepaste aanpak.
De overige eurolanden hebben het echter over een verlenging van het nu geldende steunprogramma. Dat zijn niet alleen andere bewoordingen. Er ligt een fundamenteel verschil van mening achter. Hun opvatting houdt in dat Griekenland alleen nog kredieten ontvangt als het belooft niet eenzijdig maatregelen te nemen die indruisen tegen de bestaande afspraken over sanering van de economie en de overheidsfinanciën. Premier Alexis Tsipras en zijn kabinet verfoeien dat door de zogeheten trojka (Europese Commissie, Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Europese Centrale Bank (ECB)) opgelegde beleid.
Confrontatie
Maandagavond eindigde de vergadering van de ministers van Financiën van de eurozone in een complete mislukking. De eurogroep zette de Grieken voor het blok. Voorzitter Dijsselbloem zei na afloop dat zij deze week nog de tijd krijgen om toch in te stemmen met een voortzetting van de oude benadering. Doen zij dat niet, dan hoeven zij niet langer te rekenen op Europese steun. Dan staan ze straks op eigen benen en zullen zij spoedig in ernstige financiële problemen verzeild raken.
Van enige toenadering van Griekse zijde in inhoudelijk opzicht is tot dusver geen sprake. Integendeel, Tsipras, die vorige maand als leider van het links-radicale Syriza de verkiezingen won, zocht dinsdagmiddag openlijk de confrontatie. Hij herhaalde dat de nieuwe regering zich zal houden aan het verkiezingsprogramma en eerder getroffen bezuinigingsmaatregelen snel zal terugdraaien. De premier kondigde aan dat hij later deze week wetsvoorstellen daartoe zal indienen. Zo mogen armlastige burgers het betalen van achterstallige belasting over een langere termijn uitsmeren. Ook worden er nieuwe cao-onderhandelingen opgestart, met de mogelijkheid van opnieuw loonsverhogingen.
Tsipras haalde verder hard uit naar de opstelling van de eurogroep. Die zou volgens hem eropuit zijn de regering in Athene te „ondermijnen.”
Zijn acties en zijn uitspraken leiden tot irritatie bij de europartners en dragen bij tot een verslechtering van de sfeer. De andere landen lijken er langzamerhand genoeg van te hebben dat de Grieken weigeren een toontje lager te zingen. Dat alles bemoeilijkt het vinden van een oplossing.
De Duitse minister van Financiën Wolfgang, Schäuble, vroeg zich dinsdag in Brussel af wat de Grieken eigenlijk willen. „Ik weet het niet”, aldus de bewindsman. „Het is nu aan hen.” Schäuble ging niet in op wat-alsvragen en mogelijke toekomstscenario’s. „Iedereen weet dat als het programma niet eindigt zoals gepland, de situatie moeilijk zal zijn. Maar het heeft geen zin te speculeren over wat er dan gebeurt.”
Slechte afloop
Het risico op een slechte afloop neemt toe. Economen van de Duitse Commerzbank denken dat de kans op een Grexit, een vertrek van Griekenland uit de eurozone, is verdubbeld, tot 50 procent.
De Britse bank Barclays waarschuwde dinsdag dat Griekse banken wellicht volgende week al van hun noodsteun worden afgesloten. Spaarders en bedrijven in de Zuid-Europese EU-lidstaat hebben de afgelopen tijd miljarden van hun bankrekeningen gehaald, in een poging hun vermogen te beschermen tegen een eventuele uittocht uit de euro. Griekse banken zijn daardoor afhankelijk van de noodsteun die met goedkeuring van de ECB door de nationale centrale bank wordt verstrekt. De ECB zal die goedkeuring misschien intrekken als Griekenland niet meer wordt gedekt door de overige eurolanden.