CPB: Prikkel moeders nog wat meer
DEN HAAG. Het kabinet wil de komende maanden met de Kamer de basis leggen voor een eenvoudiger belastingstelsel dat met lagere tarieven meer banen schept. In dat licht kwam het Centraal Planbureau (CPB) dit weekeinde met een opvallend rapport, waarin het stelt dat algemene belastingverlagingen nauwelijks leiden tot meer arbeidsparticipatie en dat het daarom slimmer is om te kiezen voor het nóg verder stimuleren van het tweeverdienerschap.
„Er is werk voor iedereen”, zei Peter Bakker –destijds topman bij postbedrijf TNT– in 2008 toen hij het rapport van ‘zijn’ commissie presenteerde, dat met voorstellen kwam om de arbeidsparticipatie te verhogen. Want, zo was toen nog de overheersende gedachte, vanwege de vergrijzing was een nijpend tekort aan arbeidskrachten in de Nederlandse economie een kwestie van tijd.
Inmiddels zijn we zeven crisisjaren verder en steeg de werkloosheid van 300.000 naar zo’n 650.000 personen, waardoor ”werk voor iedereen” plots mijlenver weg lijkt. Daarbovenop wil het kabinet de komende jaren nog eens honderdduizenden mensen uit de bijstand of met een arbeidshandicap richting regulier werk loodsen.
Aan arbeidsaanbod voorlopig dus geen gebrek, zou je zeggen. Eerder aan werkgelegenheid.
Toch kwam het Centraal Planbureau dit weekeinde met een rapport over de vraag hoe het belastingstelsel zo kan worden ingericht dat meer mensen zich aanbieden op de arbeidsmarkt of hun huidige baan in omvang wat uitbreiden.
Pardon? Betekent in de huidige periode van laagconjunctuur en hoge werkloosheid meer arbeidsaanbod dan niet vooral nog meer werkloosheid?
Eigenlijk wel. En daarom benadrukt CPB-onderzoeker Egbert Jongen ook dat de zaterdag verschenen nota meer bedoeld is als een visiestuk voor de langere termijn, dan als een oplossing voor de huidige problemen. Dat ook mede in het besef dat een nieuw belastingstelsel straks weer zo’n tien tot vijftien jaar mee moet en het huidige overschot aan arbeidskrachten dan wellicht alweer is weggewerkt. Jongen: „Op de langere termijn maakt het ook eigenlijk niet uit of je nu de arbeidsvraag of het arbeidsaanbod stimuleert. Dat is dan lood om oud ijzer. Meer aanbod lokt op termijn namelijk ook meer vraag uit.”
Het gevolg is wel dat de maatregelen die het CPB in de nieuwe studie suggereert (en die afkomstig zijn uit een nieuw rekenmodel) weliswaar op langere termijn de arbeidsparticipatie kunnen verhogen, maar op korte termijn juist de werkloosheid verder kunnen aanjagen. Neem bijvoorbeeld de maatregel om de bijstand met zo’n 12 procent te verlagen. In termen van de arbeidsparticipatie is dat volgens het CPB uiterst effectief –als je mensen armer maakt, gaan ze vanzelf meer werken– maar zeker met de relatief hoge werkloosheid van dit moment lijkt dit toch meer een gedachte-experiment dan een reële optie.
Baanbrekender is daarom wat het CPB te melden heeft over de verlaging van de belastingtarieven, waar het kabinet en de meeste partijen in de Tweede Kamer duidelijk op aansturen. Hoewel zo’n generieke lastenverlaging vrij kostbaar is, zorgt ze er volgens het CPB amper voor dat meer mensen gaan werken dan wel hun baan vergroten. Dat komt onder meer doordat mannen met een partner de omvang van hun baan nauwelijks laten afhangen van financiële prikkels.
Beter dan het lossen van een ‘schot hagel’ via een generieke lastenverlichting, is het daarom volgens het CPB om de aandacht specifiek te richten op moeders met jonge kinderen. Die zijn, zo leren de cijfers, namelijk veel gevoeliger voor prikkels en zullen dus relatief sneller extra gaan werken naarmate ze daar netto meer aan overhouden.
Nu is het stimuleren van de arbeidsparticipatie van deze groep de afgelopen jaren al vrij voortvarend ter hand genomen. Zelfs zodanig dat, zo becijferde deze krant meermaals, door alle prikkels om moeders de arbeidsmarkt op te stuwen kostwinnersgezinnen tot wel drie keer meer belasting betalen dan tweeverdieners.
Desondanks zit er volgens het CPB bij moeders met jonge kinderen nog de meeste „rek” om de arbeidsparticipatie verder te vergroten.
In de zaterdag verschenen studie –met de ondertitel ”Moeders prikkelbaar”– werkt het planbureau uit dat dit kan door ofwel de bestaande subsidies voor werkende moeders (zoals de inkomensafhankelijke combinatiekorting) te vergroten of juist door wat het noemt „subsidies voor niet-werkende moeders” (zoals het kindgebonden budget) te verlagen.
Voor wie de arbeidsparticipatie wil vergroten is volgens het CPB de inkomensafhankelijke combinatiekorting veruit de effectiefste knop om aan te draaien. Toch is ook hier het effect eigenlijk nog vrij beperkt. Iedere extra baan (fte) die op deze manier wordt gestimuleerd, kost maar liefst 45.000 euro.
Mede doordat de arbeidsparticipatie van vrouwen in de afgelopen decennia al enorm is aangejaagd, is het effect van financiële prikkels volgens het CPB ook fors kleiner dan in het verleden. Ook stelt het dat een verdere stimulans rond tweeverdieners de tweede verdiener in een gezin steeds dichter bij de situatie brengt dat er per saldo helemaal geen belasting meer wordt betaald door deze groep.
De CPB-studie lijkt in dat opzicht het kabinet vooral te leren dat het nog verder stimuleren van die arbeidsparticipatie in alle opzichten meer ideologisch gedreven is dan dat het lonend is.
Naar een nieuw belastingstelsel
In tien jaar tijd 100.000 extra banen. Dat is wat het kabinet voor ogen staat met een belastinghervorming die de komende jaren de lastendruk met 15 miljard euro moet terugdringen. Nadat in de afgelopen jaren al twee adviescommissies de contouren van zo’n nieuw fiscaal stelsel schetsten, zette staatssecretaris Wiebes van Financiën eind vorig jaar in een brief aan de Kamer de kabinetsdoelstellingen uiteen. Niet alleen moet het stelsel meer werkgelegenheid en groei opleveren, het moet ook eenvoudiger zijn en het mag de inkomensongelijkheid niet vergroten. Het kabinet wil de bijbehorende lastenverlichting betalen met meevallers, maar plannen daarvoor moeten nog worden uitgewerkt. Om draagvlak te creëren inventariseerde Wiebes in de afgelopen weken bij alle Tweede Kamerfracties alvast de wensen.