Leertucht PKN begint bij de classis
APELDOORN. Vrijzinnigen vinden dat de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) een steeds orthodoxere koers volgt en zijn zelfs bang dat sommigen de leertucht willen toepassen. Aan de andere kant riep de Gereformeerde Bond het kerkbestuur onlangs op stappen te nemen tegen ds. E. J. A. van der Kaaij, die de historiciteit van Jezus ontkent. Zeven vragen en antwoorden over de leertucht.
Hoe zit het nu eigenlijk met die tucht in de Protestantse Kerk?
De Protestantse Kerk kent, naast de tuchtmaatregelen tegen personen, de zogenoemde leertucht. Deze wordt in kerkelijke termen „opzicht over de verkondiging en de catechese” genoemd. De leertucht „strekt tot de rechte bediening van het Evangelie en tot wering uit verkondiging en kerkelijk onderricht van datgene wat de fundamenten van de kerk aantast, doordat het de gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift uitsluit en de gemeenschap met de belijdenis van het voorgeslacht verbreekt”, zoals het verwoord wordt in de Protestantse Kerkorde (ordinantie 10, artikel 13, lid 1).
Dus die leertucht is niet een element dat de Gereformeerde Bond in de kerk wil brengen, maar die al in de kerkorde is geregeld?
Ja. Het gaat hier niet om een nieuw element, zoals je uit het essay ”Redelijk geloven” van de vrijzinnige theoloog dr. Arne Jonges zou kunnen concluderen, maar iets wat verankerd is in de kerkorde, het huishoudelijk reglement van de Protestantse Kerk.
Toch treedt het kerkbestuur, het moderamen, nooit op tegen predikanten die zaken leren die ingaan tegen de Bijbel en de belijdenisgeschriften van de kerk.
Het moderamen is het dagelijks bestuur van de generale synode. De preses en de scriba zijn de meest gezichtbepalende personen in dat dagelijks bestuur. Hun optreden valt echter altijd onder de verantwoordelijkheid van de generale synode. Zij kunnen niet zomaar zelfstandig handelen in dit soort zaken.
Waarom pakt die generale synode predikanten die zaken leren die de fundamenten van de kerk aantasten dan niet aan?
In de kerkorde is het zo geregeld dat de classis het orgaan is dat, nadat de kerkenraad gehoord is, een eventuele leertuchtprocedure tegen een predikant initieert. De synode is de laatste kerkvergadering die beslist over een leertuchtkwestie. Als de synode besluit dat de betreffende predikant het belijden van de kerk weerspreekt en deze onderwerpt zich niet aan dat oordeel van de synode, dan kan vervolgens besloten worden tot een tuchtmaatregel. Concreet betekent deze maatregel dat de predikant zich in een bepaalde termijn waarin hij of zij zich beraadt, geen ambtelijke werkzaamheden mag verrichten. Wanneer hij of zij zich uiteindelijk niet voegt naar het oordeel van de synode wordt de betreffende predikant „van het ambt ontheven” (ordinantie 10, artikel 15, lid 5 en 6).
Klopt het dat deze discussie ook speelde nadat in 2007 het boek ”Geloven in een God die niet bestaat” van ds. K. Hendrikse verscheen?
Ja. De classis Zierikzee van de Protestantse Kerk in Nederland stelde destijds een onderzoek in naar de vraag in hoeverre dat wat ds. Hendrikse in zijn boek schrijft de fundamenten van het belijden van de kerk aantast. De uitkomst van dat onderzoek was dat er geen leertuchtprocedure in gang werd gezet, ook omdat wat ds. Hendrikse beweerde al veel eerder gesteld werd door vrijzinnigen, die in de Nederlandse Hervormde Kerk al vele decennia een plaats hebben.
Conclusie: in de Protestantse Kerk mag alles gezegd, geschreven en gepreekt worden en kom je als predikant nooit in de problemen door tuchtmaatregelen.
Scriba dr. A. J. Plaisier stelde gisteren in zijn jongste commentaar bij de tijd, waarin leden van het moderamen actuele zaken belichten en dat geplaatst wordt op de website van de PKN, dat de kerk wel degelijk spreekt als het gaat over het bestaan van God, de verzoening door Jezus Christus en andere zaken die met een zekere regelmaat in de Protestantse Kerk, en voorheen in de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken, ter discussie worden gesteld. Zo nam de toenmalige triosynode in 2000, nadat prof. dr. J. C. den Heijer in een publicatie de verzoening van de zonden door de kruisdood van Jezus Christus ter discussie stelde, het rapport ”Jezus Christus, Heer en Verlosser” aan waarin de beweringen van de theoloog weersproken werden.
Hetzelfde gebeurde na de publicatie van ds. Hendrikse. De generale synode van de Protestantse Kerk nam in november 2010 unaniem de notitie ”Spreken over God”#www.digibron.nl/search/detail/012dbb1a3ddbf6d2ffca963a/synode-pkn-unaniem-achter-rapport-over-god/2} aan, waarin ook de opvattingen van ds. Hendrikse weersproken worden.
Maar worden er weleens predikanten geschorst op grond van leeruitspraken?
Scriba dr. Plaisier schreef in 2010 in deze krant dat er een verschil is tussen de tucht over de leer en tucht over de persoon in verband met de leer. „Dat de Protestantse Kerk zeer terughoudend is in dit laatste door een predikant te schorsen, is een feit. Dat kan als teken van zwakte worden aangemerkt”, aldus dr. Plaisier toen.
Volgens hem hebben aan predikanten opgelegde tuchtmaatregelen echter meestal geleid tot „verdriet, scheuring, ruzie et cetera. Dit kan natuurlijk als dooddoener worden opgevat, maar het kan ook beschouwd worden als een vrucht van kerkelijke praktijk en daarmee van wijsheid.”
Zie ook:
Waarom doet de Protestantse Kerk in Nederland niets?, protestantsekerk.nl (12 februari 2015)
Vrijzinnigen vinden koers Protestantse Kerk te orthodox, Reformatorisch Dagblad (12 februari 2015)
GB schrijft PKN over visie ds. Van der Kaaij, Reformatorisch Dagblad (29 januari 2015)
Predikant PKN ontkent bestaan historische Jezus, Reformatorisch Dagblad (20 januari 2015)