Resultaat Shell 27 procent hoger
Het geschoonde nettoresultaat van Koninklijke/Shell Groep over het jaar 2003 komt uit op 11,7 miljard dollar (9,4 miljard euro). Dat is een stijging van 27 procent ten opzichte van de 9,2 miljard dollar over 2002. Er komt een onderzoek naar de gang van zaken rond het neerwaarts bijstellen van de oliereserves.
Het vierde kwartaal, blijkt uit de vanochtend gepubliceerde jaarcijfers, liet door incidentele lasten een wat minder zonnig beeld zien. In vergelijking met dezelfde periode in 2002 daalde het nettoresultaat van de Nederlands-Britse oliegigant met 33 procent tot 1,86 miljard dollar (1,49 miljard euro). Analisten hadden verwacht dat de winst minder zou dalen.
Het brutoresultaat bij de divisie Exploratie en Productie was met 9,3 miljard dollar, een stijging van 33 procent, het op een na hoogste ooit. Shell meldt een aantal „belangrijke vondsten” in 2003. Een echt record kon Gas en Elektriciteit boeken met een resultaat van 2,3 miljard, een stijging van 196 procent ten opzichte van 2002. Bij dat bedrag zit wel de opbrengst van 1 miljard uit de verkoop van een belang in Ruhrgas.
Door hogere raffinageverkoopmarges steeg het resultaat van de divisie Olie met 94 procent tot 3,1 miljard dollar. Wel meldt Shell dat de vooruitzichten voor raffinage dit jaar onzeker zijn, mede door een wijziging in de samenstelling van olieproducten in de Verenigde Staten en overcapaciteit in Singapore. Bij Chemie, tot slot, viel het resultaat tegen. Het bedrag van 226 miljoen dollar betekent in vergelijking met het voorgaande jaar een daling van 54 procent. Oorzaken zijn een herstructurering, afschrijvingen, lasten in verband met afstotingen, voorzieningen voor milieuherstel en juridische procedures.
Shell kondigde vanochtend tevens aan dat het gaat natrekken hoe intern is omgegaan met de hercategorisering van de oliereserves. Een „zeer ervaren team” van het concern en externe juridische adviseurs zal een „onafhankelijke” studie gaan uitvoeren. De toelichting op de jaarcijfers meldt dat „op alle niveaus” in de organisatie „wezenlijke verbeteringen” zijn doorgevoerd van de interne beheersmaatregelen rondom het boeken en rapporteren van de reserves.
Shell zorgde voor veel onrust toen het op 9 januari meldde dat de bewezen reserves 20 procent lager zijn dan eerder aangenomen. Daardoor staan 3,9 miljard vaten nu te boek als „waarschijnlijke” voorraad. Het betekent dat deze olie en dit gas minder snel kunnen worden opgepompt. De herwaardering komt voor bijna tweederde op naam van projecten in bestaande productiegebieden zoals Nigeria en Oman.
Op dit bericht kelderde het vertrouwen van aandeelhouders in Shell. Enkele internationale investeerders zouden hebben opgeroepen tot wijzigingen in het bestuur van de oliemaatschappij. Inmiddels heeft een Amerikaans advocatenkantoor namens een groep aandeelhouders Shell voor de rechter gedaagd.
Tweede man J. van der Veer van Koninklijke/Shell Groep erkende vanochtend dat het concern een „heel grote deuk” in zijn reputatie heeft opgelopen. „We moeten onze degelijkheid weer aantonen.” Volgens de Nederlander is er binnen de directie geen discussie geweest over het eventuele aftreden van topman Sir Philip Watts. De Brit zou donderdagmiddag in Londen tekst en uitleg geven.
Shell geeft nooit een winstprognose. Wel merkt het olieconcern op dat de marktomstandigheden wisselvallig zijn. De prijsontwikkeling van grondstoffen en verstoringen van de verhouding tussen vraag en aanbod zullen de resultaten „op korte termijn aanzienlijk beïnvloeden.” Een blijvende nadruk op het verlagen van de kosten en het aanpakken van onvoldoende presterende onderdelen moet de concurrentiekracht op peil houden.