De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft gisteren bepaald dat de vier gemeenten hun schade niet kunnen verhalen op minister Van der Hoeven (Onderwijs).

In juli 2002 gaf de minister goedkeuring aan het plan van de regionale scholengemeenschap Het Rhedens om de havo- en vwo-bovenbouw te verplaatsen van Rozendaal naar een nieuw schoolgebouw in Dieren.

De gemeenten Rheden, Rozendaal, Brummen en Doesburg waren blij met de verplaatsing en investeerden fors in het nieuwe schoolgebouw in Dieren. Het plan van Het Rhedens stuitte echter op veel verzet bij het confessionele en openbare onderwijs in de regio en bij de gemeenten Doetinchem en Zutphen. Deze twee gemeenten voorzagen een leerlingenverlies op de scholengemeenschappen binnen hun grenzen.

Nieuw onderzoek deed de minister besluiten de bezwaren van Doetinchem en Zutphen gegrond te verklaren en de goedkeuring aan het plan van Het Rhedens in te trekken.

In november voerden Rheden, Rozendaal, Brummen en Doesburg bij de Raad van State hierover een rechtszaak. Vlak voor deze zitting liet Het Rhedens weten zich neer te leggen bij het ingetrokken goedkeuringsbesluit.

De Raad van State constateert dat de vier gemeenten niet meer kunnen bereiken wat ze willen. Het Rhedens is immers zelf geen voorstander meer van verplaatsing. De Raad van State stelt dan ook dat de vier gemeenten geen belang meer hebben bij de zaak.

Een schadeclaim zou nog wel belang kunnen opleveren, aldus de uitspraak, maar de vier gemeenten hebben niet aannemelijk gemaakt dat de beweerde schade voortkomt uit het intrekkingsbesluit van de minister van december 2002.

Volgens de Raad van State zijn de gemeenten met hun investeringen gewoon te hard van stapel gelopen. Aan de verplaatsing was namelijk door de minister nog geen onherroepelijke goedkeuring verleend.