Nieuwe regering Servië geen lang leven beschoren
Na een maand lang ruziën lijken de vier democratische partijen van Servië elkaar te hebben gevonden. Donderdagavond verklaarden ze samen een regering te willen vormen. Of dit kabinet er daadwerkelijk komt, valt nog te bezien. Een regeerakkoord ligt er nog niet, en dat terwijl de coalitiepartners op belangrijke punten hartgrondig met elkaar van mening verschillen.
Sinds de parlementsverkiezingen eind vorig jaar zaten de meeste politici in Servië met de handen in het haar. Aangezien de Servische Radicale Partij (SRS) van Vojislav Seselj -de gevangene van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag- de verkiezingen ruimschoots had gewonnen, waren de mogelijkheden om een nieuwe regering te vormen beperkt. Geen van de andere partijen wilde immers in zee met de nationalistische Radicalen, die 82 van de 250 zetels in de nieuwe skupstina hadden veroverd.
De formatieopdracht kwam daarom terecht bij de Democratische Partij van Servië (DSS), die als tweede was geëindigd. Partijleider Vojislav Kostunica streefde aanvankelijk naar een minderheidskabinet, bestaande uit zijn eigen partij (53 zetels), het samenwerkingsverband Servische Vernieuwings Beweging/Nieuw Servië van de monarchist Vuk Draskovic (22 zetels) en de groep G17 Plus van Miroljub Labus (34 zetels), een club intellectuelen die sterk op het Westen is georiënteerd. Deze coalitie zou dan de gedoogsteun moeten krijgen van de Democratische Partij (DS) van demissionair premier Zoran Zivkovic (37 zetels).
Kostunica wilde de DS buiten de deur houden omdat de kiezer volgens hem voor vernieuwing en tegen het beleid van de voormalige DS-regering had gestemd. Bovendien heeft hij de DS de afgelopen jaren meerdere malen van corruptie en despotisme beschuldigd. Probleem was echter dat de DS aangaf deel te willen uitmaken van een meerderheidsregering. Donderdagavond legde Kostunica -die tot dan toe had volgehouden in dat geval liever nieuwe verkiezingen te willen- zich bij de situatie neer. Hij herhaalde dat zijn partij liever niet met de DS wilde regeren, maar gaf toch toe, omdat er grotere belangen op het spel staan dan partijbelangen.
Ondanks hun voornemen om gezamenlijk een regering te vormen, is het maar de vraag of de partijen er daadwerkelijk uitkomen. Zivkovic zei dat de vier partijen nog geen afspraken hebben gemaakt over de inhoud van hun regeerakkoord. Kostunica, die waarschijnlijk premier wordt, vertelde dat behalve over het beleid ook nog overeenstemming bereikt moet worden over de samenstelling van de regering.
Vooral het overleg over het regeringsbeleid zal taai worden voor de partijen, die als enige samenbindende factor lijken te hebben dat ze de SRS en de Socialistische Partij van Servië (SRS, 22 zetels) buiten de regering willen houden. De onderlinge verschillen zijn aanzienlijk. Zo wil de partij van Draskovic een einde aan de privatiseringen en een terugkeer van de monarchie. Dat druist lijnrecht in tegen de wensen van een partij als G17 Plus. Een ander geschilpunt is het Joegoslavië-tribunaal. Samen met G17 Plus zal de DS haar medewerking willen blijven verlenen aan het Haagse hof - al was het alleen maar vanwege de financiële steun uit het Westen die daaraan is verbonden. De DSS is op dit punt veel terughoudender. Daarnaast zal met name de verhouding tussen de DSS en de DS problematisch blijven.
Dat de vier partijen met elkaar een zware tijd tegemoetgaan, bleek vrijdag al. Nadat ze er afgelopen dinsdag niet in waren geslaagd een nieuwe parlementsvoorzitter aan te wijzen, faalden ze drie dagen later opnieuw. De zitting werd voor onbepaalde tijd uitgesteld.
De politieke vooruitzichten voor Servië zijn vrij somber. Ook al zou het democratische blok morgen eensgezind aan de slag gaan, dan nog is het de vraag wat zij in de praktijk kunnen uitrichten. De nationalistische oppositiepartijen SRS en SPS hebben samen 104 zetels in het parlement. Daarmee vormen zij een grote rem op de hervormingen. Belangrijke beslissingen vereisen immers een tweederde meerderheid, zodat de grondwet kan worden aangepast. Die besluiten kunnen de nationalisten bij voorbaat torpederen, waarmee verdere modernisering van Servië in de kiem wordt gesmoord.
Ondertussen zakt Servië steeds verder weg in een moeras van problemen. Naast het ontbreken van een regering zit het land nog altijd zonder president. Bij de laatste poging om een nieuw staatshoofd te kiezen kwam niemand minder dan SRS-leider Tomislav Nikolic als winnaar uit de bus. Alleen een opkomst die onder de 50 procent lag -zoals bij drie eerdere pogingen- voorkwam dat de Radicaal ook daadwerkelijk werd benoemd.
Servië staat bovendien voor een aantal belangrijke staatkundige hervormingen. De huidige Unie van Servië en Montenegro heeft een tijdelijk karakter. Beide deelrepublieken moeten de komende tijd een definitieve vorm voor hun onderlinge betrekkingen zien te vinden. Hetzelfde geldt voor de Servische provincie Kosovo, die in meerderheid wordt bewoond door etnische Albanezen. Onderhandelingen over de definitieve status van deze regio staan voor 2005 gepland. Dat betekent dat de discussie over dit onderwerp in Servië snel moet beginnen.
Naast deze kwesties heeft Servië te kampen met gigantische economische problemen. Het land telt 1 miljoen werklozen, tegenover 1,25 miljoen mensen met een baan. Bij de inactieven komen nog eens 1 miljoen gepensioneerden, die moeten rondkomen van nog geen 100 euro per maand. Overigens moeten de ergste problemen voor de bevolking nog komen, omdat het transformatieproces naar een markteconomie in Servië veel later in gang is gezet dan elders in Oost-Europa. De naar schatting 600.000 Servische vluchtelingen uit Kroatië, Bosnië en Kosovo zullen de situatie er niet eenvoudiger op maken.
Wat Servië nodig heeft, is een krachtige, stabiele regering om de grote problemen te lijf te gaan. De verwachting is dat die er niet komt. Waarnemers denken dat de nieuwe regering -mocht die er al komen- geen lang leven beschoren zal zijn. Nieuwe verkiezingen liggen daarom alweer in het verschiet. De nationalisten zullen daarin op nog meer stemmen van cynisch geworden burgers kunnen rekenen. Langzaam maar zeker dreigen de spoken uit het verleden op de Balkan terug te keren.