PFSAR, de studentenvereniging van de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), bestaat 110 jaar en ter gelegenheid van dat jubileum was de Delftse hoogleraar De Vries uitgenodigd een lezing te houden over techniek en de bezinning op de techniek.

De hoogleraar didactiek en bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Technische Universiteit Delft vindt dat techniek en de ethische bezinning daarop nog steeds een „witte vlek” in de christelijke gemeente vormen. Omdat techniek overal aanwezig en niet te ontlopen is, moet iedere christen zich bezinnen op de ethische kant ervan.

Prof. De Vries vind het wenselijk dat er in de theologische opleidingen meer aandacht aan techniek wordt besteed. Voor zo’n zestig aanwezige theologiestudenten illustreerde De Vries de niet weg te denken plaats van techniek in het leven, ook in dat van een predikant. „Het kan voorkomen dat een predikant in een ziekenhuis op ziekenbezoek moeite heeft zijn gemeentelid te herkennen vanwege al die omringende apparatuur.”

De bezinning op techniek moet volgens de hoogleraar vooral een Bijbelse doordenking zijn. In een overzicht van Genesis tot Openbaring gaf de Delftse hoogleraar woensdagavond weer welke plaats de techniek in de Bijbel inneemt. Uit de opdracht voor het bebouwen en bewaren van de Hof van Eden, leidde De Vries af dat techniek er al voor de zondeval was en dus bij de schepping hoort.

Door de zondeval kan technologie –met schijnbaar onbeperkte mogelijkheden– uiteindelijk catastrofaal worden en zelfs apocalyptische taferelen veroorzaken. De Vries noemde de milieurampen die niet louter chemisch te verklaren zijn, maar waar de menselijke zonde een rol speelt.

Techniek is nooit neutraal, aldus De Vries. En daarom vraagt zij altijd om een reactie: een positieve of een negatieve beslissing. Als voorbeeld noemde hij de amish uit de Verenigde Staten. Deze doopsgezinden wijzen de techniek niet categorisch af –zoals weleens wordt voorgesteld– maar gebruiken de techniek heel selectief. „Waar is de bezinning op de techniek? Worden de technologische ontwikkelingen nog wel echt getoetst? Zijn wij nog wel bereid een radicale keuze te maken?” zo vroeg De Vries aan de theologiestudenten. „Want als theoloog is allereerst de persoonlijke bezinning vereist. Daarna zul je in het ambt van predikant de taak hebben anderen te helpen in de bezinning op de techniek.”

De Tien Geboden, alsmede dat wat Galaten 5 zegt over de vruchten van de Geest, zijn volgens De Vries als leidraad te gebruiken. Matigheid als vrucht van de Geest staat diametraal tegenover de internetterm onbeperkt.

De Vries pleitte ervoor de techniek in prediking, in catechese en in het pastoraat een plaats te geven. Op kerkenraadsvergaderingen moeten vragen met betrekking tot mediagebruik en technologie worden besproken.