Kerkarchitecten leefden zich uit in Gouda
De toren van de Sint-Janskerk domineert de skyline van Gouda niet. Dat doet de van oorsprong rooms-katholieke Gouwekerk. Er is nog een opvallende kerk in Gouda: aan de rand steekt de moderne spitsbogige kap van de gereformeerde gemeente hoog de lucht in. Kerkgebouwen zijn er in de kaasstad in alle soorten en maten. Heeft de kerkarchitectuur Gouda gestempeld?
De beiaardier van de Sint-Jan laat vrolijke klanken over de Goudse daken golven. De gotisch kerk stamt voor het grootste deel uit de 15e en de 16e eeuw. Niet voor niets staat het bedehuis van de hervormde gemeente in de top 100 van de Nederlandse monumenten. Dat komt door de lengte van de kerk: 123 meter en daarmee de langste kerk van Nederland. Maar ook de unieke glas-in-loodramen van de kerk –de Goudse Glazen– geven de Sint-Jan een hoge status. De meeste zijn een preek op zich, al eeuwenlang. Opmerkelijk is dat de kolossale kerk slechts een kleine toren heeft. Maar er hangt wel een kunstwerk in: een carillon van 17e-eeuwse Hemonyklokken. Van de protestantse Goudse kerken is de Sint-Jan met stip de imposantste.
De zwerftocht langs kerkgebouwen gaat verder. Buiten de Sint-Jan valt de 80 meter hoge vieringtoren van de Gouwekerk op. De neogotische kruiskerk werd begin vorige eeuw gebouwd voor de rooms-katholieken. In 1904 was de kerk van de hand van de Goudse architect C. P. W. Dessing klaar. Hij was ook verantwoordelijk voor het ontwerp van de naastgelegen pastorie in neorenaissancestijl. Het bedehuis oogt nog steeds als een rooms-katholieke kerk. De heiligenbeelden op de voorgevel zeggen genoeg. Maar een bord op de muur vertelt dat de Johan Maasbach Wereldzending er met enige regelmaat diensten belegt. De kerk uit de pinksterbeweging kocht het gebouw in 1979. Maar de groep wil er nu van af.
Stationsplein
De bedehuizen van kerkgenootschappen uit de gereformeerde gezindte bevinden zich vrijwel allemaal buiten de singel die het oude centrum omringt. Wie het centrum aan de kant van station Gouda verlaat kan niet heen om de kerk van de gereformeerde gemeente in Nederland (Stationsplein 17). Het gebouw –officieel de Oranjekerk geheten– is typisch een voorbeeld van de architectuur van de jaren dertig van de vorige eeuw: veel baksteen, spits kruisdak, brede daklijsten en smalle, hoge rampartijen. Architect C. M. Wijnhoven zette hiermee in 1936 een typisch gereformeerd kerkgebouw neer voor de gereformeerde gemeente. Sober en degelijk tegelijk. Het gebouw wisselde rond kerkscheuringen van 1953 en 1980 een paar keer van eigenaar, maar behield –ook in het interieur– diverse originele elementen. Zo proef je in de consistoriekamer met glas-in-loodramen en hoge lambriseringen de sfeer van voor de Tweede Wereldoorlog.
Toch nog even terug naar binnen de singel, want rond de tijd van kerkelijke spanningen aan het Stationsplein weken delen van de gemeente een paar keer uit naar een andere kerk van architect Wijnhoven, overigens ook wel toegeschreven aan J. Groenendijk. Die staat verscholen tussen de huizen aan de Turfmarkt, nummer 60. Ook hier realiseerde Wijnhoven een gebouw dat helemaal past in het expressionisme zoals dat destijds gangbaar was binnen de gereformeerde kerkarchitectuur. Deze kerken waren vaak geënt op het gedachtegoed van Abraham Kuyper over kerkarchitectuur zoals hij dat verwoordde in zijn boek ”Onze Eeredienst” (1911).
De kerk is nu niet meer in gebruik voor de eredienst, maar was vanaf 1984 tot 1993 onderkomen van de gereformeerde gemeente in Nederland (ggiN), toen de gereformeerde gemeente in Nederland (buiten verband) het bedehuis aan het Stationsplein na de scheuring van 1980 in gebruik kreeg. Tussen 1980 en 1984 huisde de ggiN tijdelijk in het gebouw van de christelijke gereformeerde kerk, dat bij Hoge Gouwe 141 achter de huizen verstoken ligt.
Wederopbouw
De zoektocht naar de kunst van de kerkbouw gaat verder. Onder het spoor door, naar de noordkant van de stad. Hier werd na de Tweede Wereldoorlog wijk na wijk gebouwd. Gouda is dan ook rijk aan wederopbouwkerken, godshuizen die kort na de verwoestende oorlog verrezen. Een –inmiddels gesloopt– voorbeeld daarvan vormde het kerkgebouw waarin de gereformeerde gemeente (Ronseweg 1-3) van 1965 tot 2008 huisde: een vierkante doos, met een klein torentje aan de kopse zijde en brede, kerkhoge raampartijen aan de zijkanten. De kerk was een ontwerp van architect G. Geluk uit Vlaardingen.
Vlak bij de plek waar de kerk van de gereformeerde gemeente stond, verrees een typische wederopbouwkerk, de Pauluskerk, waar een van de Goudse hervormde wijkgemeenten samenkomt. Het bedehuis heeft de vorm van een bakstenen kubus. Het ontwerp staat in de lijn van het Nieuwe Bouwen, een architectuurstroming die naar nieuwe bouwvormen zocht. Opvallend element is de vrijstaande klokkentoren (27 meter hoog) in een waterpartij die tegen de kerk aanligt. De kerk uit 1963 is getekend door de Amersfoortse architect David Zuiderhoek (1911-1993).
Iets oostelijker is een derde wederopbouwkerk te vinden, de rooms-katholieke Heilige Josephkerk van de architect H. M. Koldeweij die in 1964 in gebruik werd genomen.
In de noordelijke wijken van Gouda is nog een aantal onderkomens voor protestanten te vinden. Maar die zijn niet allemaal even interessant vanuit architectonisch opzicht. Een voorbeeld van de kerkarchitectuur in de jaren 70 van de vorige eeuw is nog de kerk van de Goudse gereformeerde kerk vrijgemaakt (De Lekkenburg 148): een vierkante, bakstenen kerkzaal met de bijgebouwen in een L-vorm eromheen.
Stil
Dan is het een flinke periode stil met kerkbouw in Gouda. Tot 1993, als de gereformeerde gemeente in Nederland een nieuw kerkgebouw in gebruik neemt (Gerbrandyweg 12). Het gaat om een schakeling van puntdaken van verschillende hoogten die sterk doen denken aan de vorm van tenten. Zelfs de aanpalende woning is in deze lijn mee-ontworpen. E. de Smits (Dokkum) tekende de kerk.
Twee jaar later komt in de oostelijke wijk Goverwelle een kerkgebouw van de hervormde gemeente gereed, De Oostpoort. Kolpa Architecten uit Rotterdam koos ervoor de kerk te laten opgaan in een kantoorgebouwachtig complex. Geen kerktoren, geen hoge kerkramen. Het verkeer dat langszoeft op de Goverwellesingel zal niet snel opmerken dat achter de lichtgele gevel een kerkzaal schuilgaat. Een teken van de tijd? De kerk lijkt zich te hebben teruggetrokken in haar schulp.
Hoge boog
Dat geldt niet voor de kerk van de gereformeerde gemeente in Gouda. De dakkap van kerk –in de vorm van een spitsboog– steekt 30 meter de hoogte in. Het grijze gevaarte valt van ver op. Vooral vanaf de spoordijk door Gouda kan het niemand ontgaan.
Het als „modern gotisch” omschreven ontwerp is van de hand van Sander Ros van architectenbureau Roos en Ros uit Oud-Beijerland. Hij zetten in 2008 met de kerk echt wat neer. De brede aandacht voor de kerk in architectuurtijdschriften bevestigt dat ook. Op een congres over kerkarchitectuur eerder deze maand in Utrecht kwam het ontwerp ook een paar keer langs als opvallend voorbeeld van de hedendaagse kerkbouw. En terecht.
Ros koos voor een hoog, licht en opvallend gebouw met een eigen karakter. Daar vroeg de omgeving –een bedrijventerrein met losstaande gebouwen met elk hun eigen stijl– ook om.
Ros implementeerde veel kunst in het gebouw. Sfeerbepalend zijn vooral de kleurrijke raamranden in de kerkzaal. Kunstenaar Arie van der Spek uit Nieuw-Beijerland gaf ze vorm. De kerkenraad van de gereformeerde gemeente koos er bewust voor kunstwerken –met verwijzingen naar de Bijbel– in het gebouw op te nemen. Onder meer Ezechiël 47 en Psalm 46 inspireerden de ontwerpers. Zoals de Goudse Glazen in de Sint-Janskerk al eeuwen hun preek houden, doen de ramen in de nieuwste kerk van Gouda dat eeuwen later ook. Gouda mag er zijn als kerkarchitectuurstad.
En verder
In Gouda is nog meer kerkarchitectuur te vinden. Neem het gebouw van de Vergadering der Gelovigen (Peperstraat 20). Het vergaderlokaal –sinds september niet meer in gebruik– dateert uit 1897 en is opgetrokken in de eclectische stijl, maar kent ook neorenaissance- en neoromaanse elementen.
Iets verderop op de hoek Lage Gouwe-Groenendaal staat de 15e-eeuwse lutherse Joriskapel. Een mooi voorbeeld van een kleine stadskapel. Een vergelijkbaar bouwwerk staat net achter de Sint-Janskerk: de Jeruzalemkapel (Jeruzalemstraat), een bedehuis uit 1504 maar nu niet meer in gebruik als kerk.
Opvallend is verder het gebouw van de Vrije Evangelische Gemeente (VEG). De gemeente huist sinds 1950 in een voormalige synagoge –ingebruikname 1827– aan de Turfmarkt (23-25).
In de oude stad is ook een schuilkerk te vinden: de oudkatholieke kerk (Hoge Gouwe 107).