Prof. Baars: Preek is geen religieuze toespraak
EDE. De prediking is de bediening van het Woord van God in de gemeente van Christus. De preek is geen religieuze toespraak. Hij heeft een duidelijk adres: de verbondsgemeente.
Dat stelde prof. dr. A. Baars, emeritus hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, donderdagavond in Ede in een lezing aan de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond ”Johannes Calvijn”. Prof. Baars sprak over ”Gereformeerde prediking vandaag”.
Die prediking bestaat niet uit het aaneenrijgen van een aantal diepzinnige of stichtelijke gedachten. „Ze wil het Woord bij het hart en het leven van de hoorders brengen”, zei prof. Baars. Wel vraagt dat om een eigentijdse doordenking van de preek. De Schrift moet in zijn boodschap en betekenis verbonden worden met de werkelijkheid van vandaag.
Een bedienaar van het Woord komt namens zijn Opdrachtgever. In het woord bediening zit volgens de emeritus hoogleraar iets van volmacht. Prof. Baars kenschetste dat de prediking van het Woord het Woord van God Zelf is. „Soms vragen hoorders zich terecht af of in de preek de Schriften wel werkelijk opengingen en de stem van God doorklonk.”
De prediking dient trinitarisch getoonzet te zijn, stelde hij. In de verkondiging dient op een evenwichtige wijze het werk van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest aan de orde te komen. „Het kerndogma van de Drie-eenheid moet als een soort schildwacht op de achtergrond van elke preek fungeren. In een trinitarisch getoonzette preek staat het genadewerk van de gekruisigde Heere Jezus Christus centraal.”
Klassiek-gereformeerde prediking is volgens de hoogleraar „onderscheiden en Schriftuurlijk-bevindelijk.” De ervaringen van het geloof in de omgang met God dienen in de prediking een plaats te krijgen, stelde hij. In dat kader wees hij op een aantal gevaren dat daarbij dreigt, zoals het gevaar van rubricering en systematisering of classificatie waarin de beleving in standen worden gevat. Verder moet er gewaakt worden voor een bevindelijke prediking die alleen beschrijvend is. „De toonzetting van een goede Bijbels-bevindelijke prediking is altijd appellerend.”
De bevindelijke prediking mag niet geïsoleerd worden. Hoe belangrijk de verborgen omgang met God ook is, hij is onderdeel van het geheel van ons leven. „Goede Schriftuurlijk-bevindelijke prediking plaatst de verborgen omgang met God midden in de vaak rauwe werkelijkheid van ons leven aan het begin van de 21e eeuw. Ze haakt nadrukkelijk in op de actualiteit.”
Een preek moet Bijbels gezien beslist ook onderwijzen en overtuigen. Prof. Baars keerde zich tegen vrijblijvende verhalende preken waarbij de zelfbewuste, postmoderne hoorder naar believen kan in- en uitstappen met zijn of haar levensverhaal.
De preek dient altijd ingebed te zijn in de eredienst, de liturgie. Prof. Baars ziet een tendens dat de preek verschuift naar een andere plek. „Laat de preek het hart van de eredienst blijven en het element van aanbieding hebben.”